Floris uit de Canon: oorzaak en gevolgen (4)

Dat een Canon nooit volledig kan zijn (punt 1) klopt natuurlijk. Maar hoe komt dat? Met de Tien Tijdperken van De Rooy om de vaderlandse geschiedenis overzichtelijker in te delen, lukte het al niet: de onderwijzers en leraren kwamen lang niet aan alles toe en kozen dan maar hun lievelingsperioden en -onderwerpen. Als mediëvist heb ik in het verleden (2011) eens een studie gedaan naar wat kinderen tussen ca. 7 en 18 jaar oud leren over mijn periode: de middeleeuwen (ca 500 – ca 1500). Daar heb ik de toen verkrijgbare en gebruikte lesmethodes van basisschool en voortgezet onderwijs voor door gevlooid. Die waren alle ingedeeld volgens het na 2003 ingevoerde systeem van de Tien Tijdperken, waarin de middeleeuwen in twee keer 500 jaar de nummers 3 en 4 vulden. Bij elk van die tijdperken hoorde een boek in de serie De kleine geschiedenis van Nederland, op didactisch en pedagogisch verantwoorde wijze geschreven door kenners van de bewuste periode. In het geval van de beide middeleeuwen-delen was dat Ben Speet. Ik heb wel eens aan geschiedenisleraren nagevraagd of ze die boeken in de kast hadden staan. Nee, was het antwoord meestal. Er waren er zelfs die er nog nooit van gehoord hadden.

Over het algemeen kregen onderwijsautoriteiten klachten dat het allemaal te veel was om in de toen al inkrimpende lestijd te proppen. Daarom werd vervolgens door de eerste Canon-commissie de hele bubs ingekort tot 50 vensters die, als je ze na ging lezen, nergens op elkaar aansloten en waardoor je een verknipt beeld van het nationale verleden kreeg. Na de verplichte invoering in 2010 bleek dat men in de praktijk voornamelijk de laatste 100 à 200 jaar deed. Of er werd aandacht aan zo’n stuk politiek correct hobbyisme besteed als er een modieus onderwerp rondzoemde zoals immigratie, kolonisatie of slavernij. Om een beetje volledig beeld te krijgen van de Nederlandse geschiedenis heb je in de klas gewoon meer tijd nodig voor geschiedenisonderwijs. Maar die tijd is er niet meer. Geschiedenisles is op bepaalde scholen of bepaalde delen van opleidingen soms al afgeschaft.

Bovendien krijg ik signalen binnen van leraren die me vertellen dat in het voortgezet onderwijs de Canon in zijn geheel genegeerd wordt. Of dat waar is kan ik niet controleren zonder uitgebreid onderzoek te doen, maar het lijkt me wel tekenend voor de invloed van de Canon. Een onderzoeksrapport uit 2019, De Canon van Nederland – Vervolgonderzoek 2018/19 (in opdracht van de stichting entoen.nu) laat zien dat zowel in het basis- als het voortgezet onderwijs ca 60 % van onderwijzers en leraren van de eerste Canon gebruik maakte. Dat is natuurlijk niet de bedoeling geweest: hij is in 2010 verplicht gesteld op alle (openbare?) scholen. Bij het BO wordt nog vermeld dat de leerkrachten die de Canon gebruiken dat meestal op eigen houtje deden.

“Als er al collega’s op school zijn die er ook mee werken, wordt dat doorgaans niet op elkaar afgestemd. De helft van de leerkrachten werkt structureel met de Canon van Nederland en er is ook een flinke groep leerkrachten die er projectmatig of incidenteel mee werkt.”

Dus 50 % werkte er echt, als eigenheimer, mee en die andere 10 % deden het af en toe. Niemand die ze verplichtte tot toepassing van de Canon. De gebruikers daar vonden het ook geen van allen nodig de Canon te ‘herijken’.

Ook op het VO, en dan voornamelijk de onderbouw (t/m 14 jaar), paste dus 60 % van de leraren eveneens de vensters toe in de lessen. Met dat verschil dat het

“meestal incidenteel gebeurt, als het zo uitkomt, als aanvulling op methode of andere lesmaterialen. De meesten gebruiken de Canon op eigen initiatief, zonder afstemming met collega’s.”

Still uit het Teleac filmpje over de ‘moord’ op Floris V: de graaf richt zich tot zijn lanndlieden; ikke middenvoor en vrienden en familie op de achtergrond.

Dus ook hier geen inbreng van de schoolleiding of als onderdeel van een lesplan geschiedenis. Dat is, meen ik, toch echt niet de bedoeling geweest van de ontwikkelaars. De leraren die de Canon toepasten maakten wel graag gebruik van het illustratiemateriaal op de website, die ze daarvoor regelmatig raadpleegden. Dat gold niet voor de leerlingen, die minder vaak werden aangemoedigd zelf in de les (!) de website te bezoeken. Of ze dat thuis wel deden is niet gevraagd. De helft van de bevraagde leraren in het VO had wel behoefte aan herijking van de vensters en men vond “dat een meer evenredige spreiding van de vensters over de tien tijdvakken een verbetering zou zijn”. Annie MG Schmidt, De Stijl en De gasbel behoorden tot de top drie die er wel uit mochten, alle drie 20ste eeuwse geschiedenisonderwerpen. Zou dit betekenen dat de vroegere geschiedenis daar toch wat geliefder was en dat Floris er voor de geschiedenisleraren eigenlijk niet uit had gehoeven? Dat zou ik wel willen weten, maar ik ga daar, denk ik, niet achter komen.

Het Historisch Nieuwsblad had tegelijkertijd met dit onderzoek in 2018 een enquète gehouden onder volwassenen (leraren?) en leerlingen. Ik heb toen al geklaagd dat er niets bij stond over de representativiteit van die enquète en hoeveel mensen er precies de multiple choice vragenlijst (20 vragen) hebben teruggemaild. En hoe de verdeling over leeftijd en kennisniveau lag. Ik heb hem ook gedaan en kwam op een cijfer van 9,5 uit 10. De volwassen invullers van de wel ingestuurde vragenlijsten scoorden een magere 5.2 en de scholieren maar 4.4. Dat was dus, ondanks de verplichte invoering in 2010, na 8 jaar geen best resultaat. Er was sinds de vorige drie enquètes van het Nieuwsblad eigenlijk niks veranderd.

Was dat omdat toevallig de gebruikers van de Canon niet de vragenlijst hebben ingevuld en opgestuurd? Of was het omdat degenen die het wel deden niks van de Canon hebben geleerd? Het veroorzaakte wel een curieuze reactie van prof. dr. Frits van Oostrom, de voorzitter van de eerste Canon-commissie:

“We moeten niet bang zijn de stekker eruit te trekken als blijkt dat docenten en leerlingen er niets aan hebben”.

Dat gebeurde dus niet; hij is opgewaardeerd door de commissie Kennedy. Er zijn 10 vensters verdwenen en 10 vensters voor in de plaats gekomen, de rest is hetzelfde gebleven. Er zijn zeven hoofdlijnen ontwikkeld waaraan steeds een aantal vensters is verbonden die een soort verband met elkaar zouden moeten hebben. Als je die lijnen trouwens een beetje kritisch bekijkt vraag je je wel af waar die verbanden bij sommige combinaties dan zitten. Maar dat is een ander verhaal… Op de website kan je overigens nog gewoon naar de verdwenen vensters toe zodat we nu eigenlijk met 60 vensters zitten. En de tekst erin is geen steek veranderd. Dus er staat nog steeds dezelfde onzin over graaf Floris in zijn venster, maar gelukkig is ook het filmpje van Teleac over zijn dood, waar tScapreel destijds in 2004 zoveel figuranten, acteurs, kleding en uitrusting aan heeft geleverd, er nog op te zien. Het is het enige videomateriaal van een historische gebeurtenis in de hele Canon dat wat authentieke aankleding betreft dan ook klopt.

De in een sloot gesprongen graaf wordt afgemaakt door, links, Gerard van Velsen (Arne Koets) en nog iemand. Still uit hetzelfde Teleac-filmpje (2004).

Ik ben dus nog steeds niet blij met de nieuwe Canon, net zomin als ik dat was met de oude. En als u nu denkt dat ik de enige ben die kritiek heeft op de nieuwe Canon, verwijs ik u naar een interview met Frits van Oostrom in de Volkskrant van 22.6.2020, dus ter gelegenheid van de lancering. Hij betreurt namelijk ook het verdwijnen van

“Floris V, die model stond voor de riddertijd en het Binnenhof (‘waar nu Mark Rutte loopt’) als icoon had… Je zou kunnen zeggen, dat Floris V voor de tweede keer door de edelen is vermoord”.

Op het gegeven na dat Floris nu niet bepaald een model van ridderschap was (hij vocht waarschijnlijk niet graag) is dit toch wel een pregnante uitspraak van een professor die zijn Canon min of meer zag mislukken. Het klinkt ook alsof hij niet veel vertrouwen heeft in de nieuwe versie.

Wordt vervolgd.

De stekker uit de canon?

Nadat de tweede kamer besloten had dat de Canon aan vernieuwing toe was (zie hier) heeft het Historisch Nieuwsblad een enquête onder haar lezers gehouden.

Dat hebben ze drie keer eerder gedaan en al die keren was het de bedoeling om te testen of de Nederlander vond dat hij/zij een eigen identiteit had en, zo ja, wat dat dan was. Ook werd steeds via een multiple choice vragenlijst  getest hoe het stond met de kennis over de eigen geschiedenis. Net als de vorige keren kon ik geen informatie vinden over hoe representatief die enquête was. Ging het over 900 personen die gevraagd werden en van wie 300 reageerden, zoals in 2006 bij de vragenlijst over de Canon zelf, of was het een veel groter aantal? Of juist nog minder? In ieder geval lijken ook scholieren te zijn gevraagd en die schijnen ook te hebben geantwoord. Maar ik heb altijd geleerd dat het heel veel uitmaakt hoeveel mensen je enquêteert en hoeveel response erop komt. En of die voldoende representatief is: dus evenveel mannen als vrouwen, verdeeld over de verschillende leeftijdsklassen, standen, graad van opleiding, scholier of gepensioneerde. Niks van dat alles, dus de vraag is: waren het alleen de lezers van HN? Want dat lijkt me niet een echt representatieve club. Of daar dan ook scholieren bij zitten waag ik te betwijfelen.

Afijn, met dat in mijn achterhoofd probeer ik er wat over te zeggen. Ik beperk me tot de 20 vragen over de kennis van de geschiedenis, want ik interesseer me eigenlijk niet voor de identiteit van dé Nederlander (Maxima: bestaat die dan?). Wat ik het meest frappant vond is dat er volgens HN sinds de vorige enquête niets verbeterd is. Nog steeds scoren de invullers van de vragenlijst een magere 5.2 en scholieren nog maar 4.4. Ondanks de sinds 2006 bestaande en in 2010 verplicht ingevoerde Canon. Dat is, als de enquête dus representatief is, geen best resultaat. Zelf had ik 9.5 omdat ik aarzelde over het aantal slachtoffers van de watersnoodramp van 1953; waren het er nou 2000 of 5000. Het waren er ca. 1800, dus 2000 was het antwoord geweest. Hoewel

Dat deed professor Frits van Oostrom, de leider van de commissie die de Canon destijds samenstelde, in een afgelopen maand gepubliceerd interview bekennen:

We moeten niet bang zijn de stekker eruit te trekken als blijkt dat docenten en leerlingen er niets aan hebben.

Hij nuanceert dat direct wel een beetje door te zeggen dat je “voordat er een herzieningscommissie bij elkaar wordt gezocht, eerst zou moeten onderzoeken hoe de Canon het doet in het basisonderwijs”. En dat is een terechte opmerking want die kinderen zijn waarschijnlijk niet voor de enquête gevraagd en lezen zeker HN niet.

Wat ik me wel afvraag is hoe al die mensen die vragen hebben zitten invullen. Waren ze zo eerlijk of waren ze echt zo dom? Hebben ze geen gebruik gemaakt van Google, Wikipedia of de Canon website Entoen.nu? Of desnoods een encyclopedie? Daar kan je namelijk alle antwoorden vinden. Hoe kan het dan dat 41 procent van de Nederlanders denkt dat Hugo de Groot uit het Muiderslot is ontsnapt is in plaats van uit Slot Loevestein? Of was iedereen zo eerlijk om zonder spieken de radio buttons aan te kruisen? Ik ben daar een beetje sceptisch over. Ik heb bij mezelf die aarzeling bij de doden van 1953 weliswaar voor een fout geteld, maar was iedereen zo eerlijk over zijn/haar foute antwoorden? Ik voel me daar een beetje dubbel over; hoe echt is deze enquête eigenlijk?

Dat neemt overigens niet weg dat ik vind dat de Canon niks toevoegt aan de kennis van onze geschiedenis omdat hij alleen maar de feitjes oplepelt die je moet weten voor de eindtoetsen en daarna weer mag vergeten. Maakt niet uit of er een verband tussen is en of je nou eigenlijk wel begrijpt waar het over gaat. En of de feitjes wel kloppen, want de leerlingen hebben geen enkele mogelijkheid om dat te controleren, tenzij ze de boeken en artikelen van historici over het betreffende onderwerp op eigen houtje gaan nalezen. En wie doet dat? Of wie weet die boeken te vinden, laat staan dat ze ze aan kunnen schaffen? Of wie kan die artikelen achter de betaalmuren vandaan halen behalve als je geschiedenis studeert of beroepshistoricus bent? Ik heb bij Hubert Slings, die in de commissie zat en verantwoordelijk is voor de website, al mijn bezwaren neergelegd tegen wat er in het venster over Floris V over deze graaf wordt beweerd. Hoeveel meer fouten zitten erin?

Men heeft het nu dus over het vernieuwen van de Canon. Meer of minder vensters?  Andere vensters? Van Oostrom heeft daar wel een paar ideeën over, maar zal vast niet voor de nieuwe commissie gevraagd worden. Ik zeg: afschaffen en gaan denken aan een andere manier van geschiedenisles geven. Want dit soort  rijtjes leren die in het luchtledige van de geschiedenis staan heeft duidelijk (hoewel…) geen zin. Een andere invalshoek zal echter niet makkelijk te verkopen zijn. Het ministerie stelt de kerndoelen op maar laat de invulling daarvan aan de school en de uitgeverijen over. De uitgeverijen hebben geen zin nieuwe teksten te maken en herhalen liever de bestaande en voegen er alleen maar meer en grotere platen aan toe, terwijl de tekst korter en infantieler wordt. CITO wil gewoon handige multiple choice rijtjes maken met steeds het goede antwoord tussen drie onzinnige en lullige alternatieven, waarmee een intelligente leerling goed kan scoren. En de school wil in groep acht gewoon een groot percentage leerlingen afleveren, beschouwt geschiedenis als niet ter zake doende in vergelijking tot taal en rekenen. Welke vakken diezelfde groep op 13 jarige leeftijd, gezien hun abominabele Nederlands (en handschrift) en gebrek aan cijfermatig inzicht ook nog niet beheersen als ze op de middelbare school, van VMBO tot VHO, terechtkomen. En waar ze op de universiteit nog steeds last van hebben, gezien de bijspijkercursussen die ze dan moeten gaan doen om fatsoenlijk Nederlands te leren schrijven.

Ik vraag me wel eens af waar het met de Nederlandse kennis naar toe gaat. Maar ik ben dus gewoon een ouwe grump, met hoogstens nog een glimp hoop dat er ergens nog mensen zijn die in staat zijn om onze jeugd een beetje gedegen opleiding te geven.