Gaan we weer…

Ik word er soms behoorlijk moedeloos van. In oktober en november 2016 heb ik in dit blog aangetoond dat hier volkomen verkeerd tegen de vergadering van de Staten van Holland die van 19 tot 23 juli 1572 in Dordrecht werd gehouden op verzoek van prins Willem van Oranje wordt aangekeken. Hij wordt hier de Eerste Vrije Staten Vergadering genoemd waar zo’n beetje ons vrije, tolerante Nederland ontstond zoals men maar blijft beweren. Niks eenheid, niks vrijheid, niks tolerantie: hij had gewoon dringend geld nodig om een inval in de zuidelijke Nederlanden te doen en wilde hier bepaalde zaken geregeld hebben als de hertog van Alva, die al in het zuiden huis hield, naar Holland zou komen. Hier, maar ook elders, hadden namelijk de meeste steden zich aangesloten bij een opstand tegen de koning, of eigenlijk: tegen zijn plaatsvervanger Alva. Hij zou dat gedrag flink komen afstraffen, daar kon je donder op zeggen. Dat gebeurde dan ook (Mechelen, Zutphen, Naarden, Haarlem), tot de steden zich één voor één vrij gingen vechten (Alkmaar, Leiden). Er was dus geen sprake van dat Nederland (welk begrip nog lang niet bestond) zich in 1572 als zelfstandig land ging profileren. Dat duurde nog minstens 350 jaar.

Één van de laatste punten uit de notulen van die vergadering was dat men het katholiek gebleven deel van de bevolking (en dat was een heel groot deel…) niet lastig mocht vallen en hen niet mocht storen in het uitoefenen van hun religie. Ze moesten getolereerd worden, tenzij ze natuurlijk met de Spanjaarden zouden gaan heulen tegen de protestanten. Een echte beslissing hierover kon nog niet genomen worden; dat kon alleen de Staten Generaal, het vertegenwoordigingsorgaan van alle provincies. Het was dus niet meer dan een punt van aandacht; er werd niks geregeld. Hoewel dat later wel is geprobeerd (in Utrecht, Atrecht en Gent) is er nooit wat van terecht gekomen, want de Calvinistische dominees die het in de Republiek (die na 1581 zou ontstaan), maar met name in Holland en Zeeland voor het zeggen hadden, wilden de katholieken gewoon verbieden. Hoezo godsdienstvrijheid? Een samenvatting van de 7 blogs over dit ontwerp vindt u hier.

Toch wordt in het museum in het Hof dit allemaal onder de noemer van het ontstaan van ons land en van onze spreekwoordelijke vrijheid van meningsuiting beweerd. Sinds Koningsdag 2015 wordt er dan ook jaarlijks aandacht aan besteed, zoöok in 2019.

Zo kondigde ook bioscoop The Movies het aan:

Dordrecht viert en herdenkt 19 juli 1572 (moet waarschijnlijk 2019 zijn), de eerste Vrije Statenvergadering. Dit cruciale moment in onze geschiedenis vond plaats in onze stad. Willem van Oranje smeedde eenheid in de vrijheidsstrijd tegen de Spaanse bezetter en hij liet godsdienstvrijheid vast leggen.

Ik heb in mijn blog ook aangetoond dat dit niet de eerste ‘vrije’ statenvergadering was; de Staten van Holland waren al eerder in de eeuw samengekomen zonder dat de vorst of zijn stadhouder hen daarvoor op had geroepen. Op eigen houtje dus; omdat ze dat nodig vonden. Zoöok nu. Bovendien had Willem van Oranje, als stadhouder, het recht om hen op te roepen tot een vergadering. De koning had hem wel afgezet en iemand anders aangesteld, maar dat had hij niet zonder overleg met de Staten mogen doen. De afzetting was dus niet geldig en de vergadering bevestigde dan ook dat hij nog steeds  stadhouder was.

Willem ‘smeedde’ dus geen eenheid. Hij probeerde alleen via zijn vertegenwoordiger Philips van Marnix geld voor zijn veldtocht te regelen, en snel, want hij stond al klaar aan de grens bij Roermond met een leger huurlingen dat betaald moest worden. Bovendien moest ook de landsverdediging geregeld en betaald worden en daar deed hij voorstellen voor. O.a. werd de wrede geus Lumey aangesteld als militair aanvoerder of generaal. Maar dat alles betekende niet dat er nu eenheid ontstond in Holland en aangrenzende gebieden; daarvoor waren al die steden te zelfstandig. Het was al heel wat dat de steden die geen Spaanse bezetting hadden vertegenwoordigers naar Dordrecht stuurden. Ze realiseerden zich blijkbaar wel dat er een gezamenlijk optreden en financieren nodig was (want dat geld kwam er en de rest werd beloofd), maar het was bepaald niet zo dat ze nu zichzelf gingen besturen. De koning van Spanje was altijd nog de hoogste baas,  maar zijn wrede vertegenwoordiger werd niet langer getolereerd. Om zich dat te realiseren hadden ze de prins van Oranje niet nodig.

Uit het blog en mijn samenvatting blijkt dus ook dat die godsdienstvrijheid niet werd ‘vastgelegd’. Willem van Oranje probeerde alleen maar te voorkomen dat katholieken en protestanten elkaar zouden bestrijden en hoopte, als de problemen achter de  rug zouden zijn, dat de Staten Generaal een wettelijk onderbouwde tolerantie voor elkaars godsdienst zou kunnen regelen.  Het is er niet van gekomen. Pas de grondwet van de Bataafse Republiek, de Staatsregeling van 1798, zou er een begin mee maken en natuurlijk is het in de Grondwet van 1848 definitief geregeld.

Aankondiging van het feestje in 2019

Dordrecht staat zich echter nog steeds voor als de stad waar het allemaal gebeurde en dat wordt breed uitgemeten in het museum in het Hof. Dat is dus onterecht: in Dordrecht ontstond geen nieuwe staat, werden de steden en provincies niet vereend in hun strijd tegen de ‘Spanjaarden’ en ging niet de vrijheid van godsdienst, laat staan die van meningsuiting, van start. Er is dus niks te vieren. Doe je dat wel dan ben je met geschiedvervalsing bezig. Of je gebruikt tenminste de verkeerde argumenten om een feestje te bouwen.

Dordrecht en de gewetensvrijheid 4

inname brielle

Herman van Duinen en ik hebben besloten onze krachten te bundelen. Hij heeft na 2013 niet stilgezeten en is verder gegaan met onderzoek rond de EVS. Hij heeft daarom meer kunnen lezen dan ik in de korte voorbereidingstijd voor dit blog en zal me bijstaan in het schrijven van de volgende delen. We gaan hier verder met wat achtergrondinformatie over de gebeurtenissen in de zomer van 1572, zonder al te veel in details te treden.

In Dordrecht wordt van dat eigenmachtige optreden van de steden en de adel een dekselse rebelse daad gemaakt en duidt het op de ‘durf’ en moed van die instanties om tegen het wettige gezag in te gaan. Dat is echter behoorlijk kort door de bocht. De situatie in Holland en Zeeland was in de zomer van 1572 nogal chaotisch. U weet allemaal (hoop ik) dat op 1 april het stadje Brielle was ingenomen door de zogenaamde Watergeuzen (zie de prent bovenaan deze blog, een gravure van Frans Hogenberg). Dat had een ontwikkeling tot gevolg die als een soort lopend vuurtje door de provincies rolde. De meeste steden lieten de geuzen binnen en hun tot dan toe bijna volledige katholieke bestuurders werden vervangen door protestanten. Slechts enkele steden bleven in Spaanse handen of werden door Spaanse troepen belegerd. Natuurlijk zag Alva dit als opstand, maar hij werd tegengehouden om er wat aan te doen, omdat hij in de zuidelijk Nederlanden doende was een mogelijke invasie van de prins van Oranje en zijn broer Lodewijk op te vangen.

bossu
Maximiliaan de Hénin-Liétard, graaf van Bossu, stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht 1567-1573. Gravure door Jan Wierix.

De graaf van Bossu was nog door de landvoogdes Margaretha van Parma als vervanger van Willem van Oranje aangesteld als stadhouder in Holland, Zeeland en Utrecht. Hij kreeg echter direct bij diens aankomst in de Lage Landen in 1567 met de hertog van Alva te maken, die Margaretha als landvoogd opvolgde toen ze, geschokt door Alva’s wreedheid, ontslag nam. De nieuwe stadhouder probeerde na de revolutionaire gebeurtenissen sinds 1 april de steden en edelen te paaien voor een Statenvergadering in Den Haag op 15 juli. De steden zagen de bui echter hangen en besloten, zo blijkt het, zelf bij elkaar te komen. De prins van Oranje had in de maanden daarvoor al vertegenwoordigers naar Holland gestuurd om de steden zover te krijgen. Aanvankelijk zou dat in Gouda gebeuren, maar die stad gaf het stokje liever aan Dordrecht door, als oudste en eerste stad van Holland. Daar gaf men, onder lichte druk van opstandige magistraten en de geuzen, toe. Vanaf 3 juli werden de Staten door Dordrecht opgeroepen om bij hen te komen vergaderen. En dat gebeurde op 6 juli nog eens, wat dringender verwoord : “alsoo dese zaicke ons gemeenlicken aengaet” en ze vermeldden erbij dat Lumey het ermee eens was. Die was op 20 juni door de prins zelf al tot zijn luitenant voor Holland benoemd en zat eigenlijk te wachten op zijn officiële aanstelling door de Staten. Zo kon de Statenvergadering in Dordrecht, na wat uitstel omdat het reizen voor de verder weg liggende steden door de onrustige situatie niet echt gemakkelijk ging, op 19 juli beginnen.

Het hedendaagse Dordrecht vindt dit een dappere daad: zomaar, zonder dat ’s konings stadhouder die bij elkaar roept, een Statenvergadering plaats laten vinden. Dat was het niet; het was gewoon noodzaak. Er moesten belangrijke zaken besproken worden en het moest snel gebeuren, want er dreigde echt oorlog met de Spanjaarden. Het was crisis, iets dat in het begin van de film die in het Hof draait terecht nog eens extra benadrukt wordt. Bovendien was het wel meer gebeurd dat de Statenvergadering op initiatief van de steden zelf bij elkaar kwam.

koopmans staten
Omslag van het boek over de Staten van Holland voor en tijdens de Opstand.

Koopmans, in zijn boek De Staten van Holland en de Opstand (1990) schrijft dat het in de jaren ’60 al diverse keren was voorgekomen dat de Hollandse Statenleden eigenmachtig vergaderingen hadden belegd. De situatie was nu echter wel anders dan toen. Door de oproep van Bossu te negeren en zelf ergens anders dan in Den Haag bij elkaar te komen was er nu “sprake van openlijke weerstand tegen het wettige gezag”. Al wilde men de koning niet openlijk afvallen, Alva en zijn ‘Spanjaarden’ (er maakten nogal wat niet-Spaanse huurlingen deel van zijn leger uit) waren wel de vijand. Het was dus niet een “Eerste vrije statenvergadering”, want er waren al eerder zelfstandige vergaderingen geweest en ‘vrij’ was Holland zeker niet. Het was wel een daad van rebellie, maar dat was het overgaan van de steden naar de geuzen en de protestantse religie ook al.

Willem van Oranje, die zelf een inval in de Zuidelijke Nederlanden aan het voorbereiden was, was niet blij geweest met die inname van Brielle: het was te vroeg. Lumey, toen officieel admiraal van de Watergeuzen, had niet met hem overlegd en was zijn eigen gang gegaan. De prins zelf was in april nog niet ver genoeg met het verzamelen van troepen, want hij had zo goed als geen geld. Dat de andere Hollandse en Zeeuwse steden (op Amsterdam, Middelburg en Goes na) ook in opstand kwamen was dan wel weer een goed bericht. Bij zijn eerdere inval, in 1568, was alles mislukt en waren zijn troepen en die van zijn broers, na wat succes in het begin, verslagen en uit elkaar gejaagd. Het had hem tevens geruïneerd. Hij weet die nederlaag toen ook aan gebrek aan medewerking van het rijke Holland en zijn steden en aan de gebrekkige communicatie tussen hen.

beleg roermond
Overzicht van het beleg van Roermond van 21-23 juli 1572 door het leger van Willem van Oranje. Na de overgave werd de stad geplunderd en verloren enkele tientallen katholieke geestelijken het leven na hevig gemarteld te zijn. De prins heeft op 25 juli nog een verbod op het doden van katholieken uitgevaardigd, maar dat hielp niet bij de rest van de veldtocht. Gravure door Frans Hogenberg.

Nu de steden hun plaats tegenover de Spanjaarden tegen wil en dank definitief hadden bepaald zag hij weer mogelijkheden, te meer omdat sommige steden hem al geld brachten. Hij had op 7 juli al een eerste instructie naar Holland gestuurd met de specifieke vraag om veel geld, want, zo dreigde hij, anders zou de vrijheid en welvaart van de provincie definitief gevaar lopen. Toen hem bekend werd dat de Staten werkelijk bij elkaar zouden komen stuurde hij zijn vertegenwoordiger, Marnix, er naar toe. Die had nog verder uitgebreide instructies bij zich. Daaraan ontbrak, zoals iedereen kan lezen, een door latere generaties erg belangrijk gevonden artikel. Daar kom ik in de volgende blogs nog op terug. Zelf was de prins op 7 juli de grens van Duitsland en Gelders Limburg overgestoken en bevond zich in zijn legerkamp in de buurt van Roermond (dat toen nog niet in Limburg lag). Wat hij wilde was geld, want hoewel hij met moeite, en door zijn familie en vrienden aan te spreken, het leger had kunnen formeren, moest hij het ook tijdens de komende expeditie blijven betalen. Vandaar dat hij de steden vroeg hem in ieder geval voor de eerste drie maanden voldoende geld te geven. En snel.

Wordt vervolgd

Dordrecht en de gewetensvrijheid 3

Ik ga verder met de behandeling van punten die uit de zogenaamde eerste vrije statenvergadering zouden zijn gekomen. In het museum in het Hof te Dordrecht kun je op een film zien hoe men dacht dat het er toen aan toeging. Zie hierboven.

Bij punten 2 en 3 uit de in het vorige blog gepubliceerde samenvatting van het artikel van Herman van Duinen kunnen nog wel kanttekeningen geplaatst worden. Het gaat dus om:

2 De statenvergadering van 1572 werd op last van Willem van Oranje samengeroepen.

3 Hoewel de prins godsdienstvrijheid gelastte werd die niet ingevoerd.

marnix
Portret van Marnix door Jacob de Gheyn uit 1599. Dat is dus 27 jaar na dato, toen ze inderdaad zulke kragen droegen; in 1572 was dat nog niet het geval. Maar vroegere portretten bestaan er niet van hem.

Daarvoor moet je naar de bronnen,  want wat hier staat zou daarop gebaseerd moeten zijn. De belangrijkste zijn natuurlijk de instructie die Filips van Marnix, heer van Sint Aldegonde, van Willem van Oranje meekreeg voor de statenvergadering en de notulen van diezelfde vergadering. Gelukkig zijn beide bewaard gebleven: de eerste in kopie en de tweede in het Nationaal Archief. De instructie staat in moderne tekstletter gewoon op internet.

Voor de notulen moet je wat meer moeite doen, al staan de scans van de originelen in de databank van het Nationaal Archief (doorklikken voor de scans). Alleen is het zestiende-eeuwse schrift voor een leek moeilijk te lezen.

logo rad
Logo van het Regionaal Archief van Dordrecht. De studiezaal zit naast het museum in het Hof.

Gelukkig bestaat daar ook een versie van in moderne tekstletter, maar daarvoor moest ik wel naar het regionaal archief in Dordrecht. Omdat ik nou wel eens wilde weten wat  er nou eigenlijk in stond heb ik die transcriptie (letterlijk weergave van de tekst) opgevraagd en laten kopiëren.  Beide bronnen vergelijken is dan bijzonder verhelderend.

De genoemde instructie is door de prins zelf aan zijn secretaris, Nicolaes Bruyninck, gedicteerd en ook door hemzelf ondertekend. Dat wordt in ieder geval op de bewaarde kopie, misschien uit het eigen archief van de prins, geschreven. We mogen ervan uitgaan dat het een betrouwbare bron is. Dat wordt gedeeltelijk bevestigd door de notulen van de EVS die melden dat de artikelen van de instructie op de tweede vergaderdag (20 juli) aan de orde komen. Het zou verder wel heel cynisch zijn om aan echtheid van de notulen te twijfelen; ze zien eruit of ze ter plekke, of in ieder geval kort erna, uit de originele notities zijn samengesteld.

Kwam die EVS echt op last van de prins bij elkaar? Dat is de vraag. De instructie bestaat uit 24 artikelen die Marnix aan de Staten moest overbrengen. In het eerste staat letterlijk:

In den eersten: nademael de staten ende gecommitteerde der omliggende steden in de stadt van Dordrecht tegen den XVden des maents July bescheyden ende verschreven voirgenomen hebben te verhandelen van de gemeyne regeringe des Landts, soo sal de voergen(oemde). gecommitteerde (dit is Filips van Marnix) van weegen zijne V.G. (Vorstelijke Genade: beleefdheidstitel voor een prins) bij hem aenhouden, dat zij eensamer ende gelijcker handt besluyten te bekennen sijne V.G. voer den generalen gouverneur ende lieutenant des Conincx, over Hollandt, Zeelandt, Vrieslandt ende Sticht van Vuytrecht alzoo hij te voeren geweest, ende daer toe van de Co. Mat. (Conincklijcke Maiesteyt: de koning) wettelijck ende behoerlijck is gecommitteert geweest, sonder dat naederhandt eenyge wettelijcke ende der costumen ende rechten des landts gelijckformighe afstellinge oft veranderinge sy naegevolght.

Hier staat duidelijk dat de Staten van Holland (dat zijn de steden en de adel, die het platteland vertegenwoordigen, als belangrijkste grondbezitters daar) zich hebben voorgenomen op 15 juli 1572 te Dordrecht bij elkaar te komen. De prins heeft het er niet over dat hij ze dat heeft opgedragen. “Op last van Willem van Oranje” lijkt dus niet te kloppen.

alva
De hertog van Alva, geschilderd door Titiaan, ca 1575.

Er blijkt ook uit dat hij wel degelijk dacht dat recht te hebben, want hij vraagt in dat eerste artikel dat de Staten hem als stadhouder (letterlijk koninklijk vertegenwoordiger en legeraanvoerder), dat hij sinds 1559 was geweest, erkennen. De koning had hem zelf als zodanig aangesteld en hij was sindsdien nooit wettelijk ontslagen uit die functies, al had hij in april 1567 wel zijn ontslag aangeboden aan de koning. Of de koning dat had ontvangen en, zo ja,  erop in was gegaan, is de vraag. Alva was in 1567 op eigen houtje begonnen Holland en de andere provincies te onderdrukken, zonder zich iets aan te trekken van een stadhouder of de Staten.

Die wens was misschien een beetje ‘naïef’ van de prins, want koning Filips zal best aan Alva hebben laten weten dat hij met zijn medeweten en instemming de prins kon laten vervangen en dat hij verder zijn gang kon gaan met mensen die de Spaanse koning trouw waren gebleven. Willem van Oranje was in 1568 wel gewapend in opstand gekomen tegen de harde maatregelen van Alva, maar dat had hij verloren. Voor Spanje had hij daarmee zijn functie verspeeld: dat was hoogverraad. Voor de Staten van Holland was echter het zonder overleg met de Staten ingrijpen in de regering onwettig en zij, en de prins, beschouwden die functie van stadhouder nog steeds als in handen van Oranje. Maar hij moest wel weten of de Staten hem daarin steunden.

17 provincies
Modern kaartje van de 17 Nederlanden, zoals ze er in 1559 bij lagen. Overgenomen uit http://www.ppsimons.nl/stamboom/17provincien1559.htm.

Het gaat hier dus over Holland. Er is geen sprake van de Nederlanden, de Zeventien Provinciën (inclusief een groot stuk van wat nu België is), zoals ze onder Karel V, de vader van Filips II, genoemd werden. Elk van die provincies had zijn eigen regering van steden en adel, de Staten, met een stadhouder aan het hoofd, zijn eigen rekenkamer voor de belastingen en zijn eigen hoog gerechtshof. En allemaal hadden ze hun eigen privileges. Bovendien hadden de erin gelegen steden zelf ook nog eens de nodige eigen privileges. Het waren eigenlijk allemaal kleine landjes, waarin de steden zich als nog kleinere onafhankelijke landjes binnen de provincie gedroegen. Eerdere vorsten hadden geprobeerd dat allemaal te centraliseren, maar dat lukte eigenlijk nooit echt. Willem van Oranje was dus, zoals hij schrijft, naast stadhouder van Holland, dat ook van Zeeland, Friesland en Utrecht. Maar hier gaat het duidelijk alleen over Holland (het gebied van het huidige Noord- en Zuid-Holland) en niet over Nederland. Laat staan dat de gevolgen van die EVS te Dordrecht voor heel Nederland zouden gelden.

Wordt vervolgd

Dordrecht en de gewetensvrijheid 1

geuzenschip

Ik wijk, na een periode van vakantie en drukte, even af van mijn middeleeuwse geschiedenis van Dordrecht. Het is, denk ik, belangrijker even de aandacht te vestigen op wat diverse cultuurbobo’s in de stad met de geschiedenis uithalen. Ik vind het verkeerd dat er toeristen gelokt worden met valse feiten. Er wordt geschiedvervalsing gepleegd in het kader van Dordrecht Marketing en dat kan ik, als historicus, niet over mijn kant laten gaan. Vandaar…

Ik kwam pas eind 1973 in Dordrecht wonen, maar kwam er na mijn schooltijd in de jaren 60, wel al regelmatig sinds 1970. Ik heb dan ook bewust de viering van 400 jaar ‘Eerste Vrije Statenvergadering’ (voortaan EVS).  in 1972 meegemaakt. Voor degenen die niet weten wat dat is, even een kort stukje informatie. Tussen 19 en 23 juli 1572 werd er in Dordrecht een buiten de Spaanse overheerser om bij elkaar geroepen bijeenkomst van de Staten van Holland (dus alleen dat gewest…) gehouden, waar de opstand tegen de hertog van Alva het belangrijkste punt op de agenda was. Dat feit wordt in Dordrecht al vele jaren gevierd. Toen, in 1972, werd dus extra uitgepakt.

deeg en degel
Plaatje van drukkers uit de strip van Pat Andrea en Ruud Ringers, Tussen deeg en degel.

Er was een tentoonstelling in de Augustijnenkerk, een wetenschappelijk symposium, een optocht, een bezoek van de geuzen uit Den Briel (met nep driemastschip), er kwam een stripverhaal van Pat Andrea uit, de winkeliers hadden hun etalages thematisch versierd en stonden in ‘historische’ kostuums in de deuropening en er trouwde een paar in ook zo’n soort kostuum. Dat paar bleek overigens onlangs nog steeds gelukkig getrouwd te zijn, wat wel weer leuk was. Ik weet nog dat ik nogal gemengde gevoelens over dat evenement had, maar dat had meer te maken met het gegeven dat het voornamelijk apies kijken was. Er was geen enkele deelname uit de bevolking (behalve misschien van de middenstanders, maar ook bij hen deed lang niet iedereen mee) en ik vond het nogal een elitaire aangelegenheid. Het geheel werd geopend door koningin Juliana, dus het het had nogal een prestige en dat tekende eigenlijk het hele evenement.

Dordrecht heeft dus wat met dat jaar 1572. In het nieuwe museum in het Hof van Nederland (een volkomen foute naam, maar dat is wat anders…), dat op Koningsdag 2015 spectaculair door de koning en koningin werd geopend, wordt veel aandacht besteed aan de EVS. Die vergadering was, volgens de lokale cultuurbobo’s, “een rebelse daad”, die tot gevolg had dat in Dordrecht “de basis werd gelegd voor het Nederland van nu”. Zo staat het ook op de website van het museum.

film evs
Scene uit de film over de EVS die in het Hof wordt vertoond.

Er wordt zelfs een film vertoond over die gebeurtenis, waarin allerlei acteurs met aangeplakte baarden en vaag zestiende-eeuwse kleding de vergadering naspelen. De eerste keer dat ik hem zag moest ik erg lachen, maar later verging me dat wel. Er werd namelijk van alles aan die vergadering opgehangen wat er niet aan hoort. Het gaat zelfs zover dat er inmiddels gesproken kan worden van geschiedvervalsing. De dubieuze leuzen vliegen je in de website en het museum om de oren: “het begin van een vrije staat”, “Beleef het ontstaan van Nederland”, “het Hof van Dordrecht (!), waar Nederland begon”, “waar de onafhankelijkheid van Nederland werd uitgeroepen”, “uit Dordrechts durf werd een natie geboren”, en nog meer van dat moois. Daarnaast hangt de term “het begin van de democratie” er in de lucht en wordt er veel aandacht besteed aan de tegenwoordig zo gewaardeerde gewetensvrijheid die tijdens die vergadering zou zijn uitgebroken. Het koninklijk paar tekende daarvoor tijdens de opening een verklaring,  bestaande uit een vertaling van de notulen uit 1572, onder het motto: “In 1572 werd in dit gebouw de basis gelegd voor een onafhankelijk land. Waar je vrij bent om te denken wat je denkt, te geloven wat je gelooft en te zijn wie je bent. Vrijheid en tolerantie horen bij Nederland, daar teken ik voor!” Iedereen kan nog steeds op de website van het museum dit stuk ondertekenen.

Al in 2013 verscheen er een artikel in het digitale tijdschrift Dordrecht Monumenteel  (als u zich registreert op de website kunt u het zelf lezen in het archief van het tijdschrift) waarin de schrijver, Herman van Duinen, concludeert dat die durf en het uitroepen van de onafhankelijkheid van de Republiek in 1572 een fictie zijn. Dat heeft het museum er niet van weerhouden op de ingeslagen weg voort te gaan en die fictie op allerlei manieren in stand te houden. Alleen in het bijzonder mooi vormgegeven boek van het museum wordt de zaak wat genuanceerd. Recent werd op de Facebook pagina nog aandacht besteed aan een ander deel van het museum dat De Overtuiging wordt genoemd. Er staat daar letterlijk: overtuigingIk wil in mijn blog de middeleeuwen een keer loslaten en even in de zestiende eeuw duiken om wat zaken recht te zetten. Onder andere dat gewetensvrijheid geen uitkomst van de EVS was. Natuurlijk is het niet de bedoeling een heel college te geven over het begin van de 80-jarige oorlog (1568-1648), maar als u meer over die eerste fase tussen 1568 en 1572 wilt weten kan ik u een paar mooie, maar dikke (en dus niet goedkope…) boeken aanraden. Het eerste is van Petra Groen, red., De Tachtigjarige Oorlog. Van opstand naar geregelde oorlog 1568-1648 (Amsterdam 2013, 496 pagina’s). Dat is het boek met de meest recente onderzoeksgegevens die door historici de laatste jaren zijn verzameld. Goed te lezen, luxe uitgegeven, maar pittig van stof. Persoonlijker en zeer leesbaar is het dikkere boek van Ronald de Graaf, Oorlog, mijn arme schapen. Een andere kijk op de Tachtigjarige Oorlog 1565-1648 (Franeker 2004, 686 pagina’s). Hij behandelt ook de gevolgen van de opstand voor de gewone man en heeft handige jaartallenlijsten en veel kaartjes.

omslag 1
Omslag Tachtigjarige Oorlog

schapen
Omslag: Oorlog, mijn arme schapen

Wordt vervolgd