Corona en het boek

We zijn het er allemaal wel over eens dat het corona-virus de maatschappij flink ontwricht, maar dat dat wel noodzakelijk is. Het jammere is dan natuurlijk wel dat veel dingen niet meer kunnen waar je van tevoren op gerekend had. Zo zou mijn nieuwe boek, De oudste stad van Holland, over het ontstaan, de opkomst en bloei, maar ook het verval van Dordrecht tussen 1000 en 1421, op 28 mei gepresenteerd worden aan de burgemeester van Dordrecht, Wouter Kolff. Dat gaat niet door. Evenmin als de presentatie in de Dordtse boekhandels. Wie weet kunnen we dat na de gehoopte afloop van de crisis nog eens inhalen. In de herfst bijvoorbeeld, maar niets is natuurlijk zeker.

Het boek zou het jubileum van 800 jaar stadsrecht in Dordrecht natuurlijk hebben moeten begeleiden. Ook daarvan gaan veel evenementen niet door. Het is de vraag of men die, indien mogelijk, nog in de herfst van 2020 kan proppen. De connectie is dus een beetje verwaterd, al kan iedereen die het boek koopt natuurlijk wel over de achterliggende redenen van dit jubileum lezen, want die komen uitgebreid aan de orde. Ik hoopte al vanaf het begin van het schrijven dat het een heleboel vragen en misverstanden zou kunnen oplossen. Dat kan altijd nog, maar het was leuk geweest als dat tegelijkertijd met de feestelijkheden had kunnen gebeuren.

De sfeervolle markt en kerk van Geertruidenberg

Het zou ook een einde gemaakt hebben (en doet dat natuurlijk alsnog) aan de ruzie tussen Dordrecht en Geertruidenberg, want iedereen kan nu lezen dat Dordrecht al vóór 1200 een handelsstad was en ook als zodanig bekend stond, terwijl Geertruidenberg niet meer dan een marktplaatsje voor de omgeving op een kruispunt van water- en landwegen was. Het had weliswaar al even voor 1213 schepenen, maar bezat niet bepaald een stedelijke uitstraling. Ik verwacht dat de niet al te chauvinistische Bergers dat nu ook eindelijk eens toe moeten gaan geven.

Wat ik eigenlijk nog veel belangrijjker vind is dat Dordtenaren die dit boek gaan kopen nu eindelijk eens in druk, met inkt op papier, kunnen lezen waarom Dordrecht echt de oudste stad van Holland is. Ondanks de 60.000 mensen die mijn blog hebben gelezen (waaronder natuurlijk de 500 abonnees die elke keer weer mijn nieuwe stukkies lazen) is dat gezien de informatie die over Dordrecht op het internet is te vinden nog steeds niet voldoende doorgedrongen in hun hoofden. De ongeveer 200 mensen die inmiddels via de cursus Dordtologie mijn les over het ontstaan, bloei en verval hebben gehoord en gezien, zijn natuurlijk goed voorgelicht. Maar ook zij zouden nog veel aan het boek hebben, want daarin kon ik veel dieper op de materie ingaan dan die 2 uur op zaterdagmorgen in de winter en aan het eind van de zomer.

Dat is temeer belangrijk omdat ons historische museum in het Hof een make-over zal ondergaan die onder andere de ‘vrijheden of privileges in de middeleeuwen’ zal tentoonstellen in de dormter, de bovenzaal van de zogenaamde ‘Statenzaal’. Ik houd daar al mijn hart voor vast, zeker na het stukje dat het bewuste museum op 1 april jl op zijn Facebook-pagina heeft gezet over het stadsrecht van 1220.  Ik heb nog geaarzeld om er een blog aan te wijden, maar heb het maar zo gelaten, want na 28 mei is toch alles wat daarin staat genuanceerd in mijn boek. Jammer dat dat niet geldt voor wat er nog steeds over de statenvergadering van 1572 wordt beweerd. Gelukkig heeft Herman van Duinen daar, in eigen beheer, sinds kort een definitief boekje over uitgegeven waarin alle argumenten, aan de hand van de originele bronnen, weer eens op een rijtje staan zodat die geschiedvervalsing straks ook officieel niet meer geloofd hoeft te worden. En dat met de synode van 1618-19 de vrijheid van godsdienst in de Nederlanden was gegarandeerd kan honend worden weggelachen. De Remonstranten kunnen u trouwens al eeuwen wel anders vertellen.

Ik zal in de blogs hierna, tot aan eind mei, steeds een onderdeel van het boek bij de kop pakken en er wat meer over vertellen, dus houd dit adres in de gaten. Hiernaast, in de rechterkolom, kunt u al linken naar de uitgever en daar mijn boek vast voor uw boekenkast reserveren.

Mijn boek

Interview door Thijs Blom voor RTV Rijnmond op de Pottenkade bij de Grote Kerk.

Ik heb even gewacht tot de eerste recensies binnen waren voor ik in mijn blog aandacht ging besteden aan het boek dat ik geschreven heb: De dageraad van Holland. De geschiedenis van het graafschap 1100-1300. Het is op 16 oktober 2018 verschenen bij uitgeverij Omniboek in Utrecht. De volgende dag is het in de Dordtse boekhandel Vos en Van der Leer gepresenteerd aan cultuurwethouder Piet Sleeking onder grote belangstelling van familie, vrienden en lokale cultuurdragers. Daar waren al interviews aan vooraf gegaan op de lokale radio Studio De Witt, RTV Dordrecht en Radio Rijnmond, plus de Drechtstedenbijlage van het Algemeen Dagblad.

Presentatie bij Vos en Van der Leer.

De week erna heb ik er een lezing over gegeven in Archeon voor een publiek van de vrienden van dat archeologische park. Daar waren nogal wat oud-collega’s onder die ik jaren niet had gezien. Weer een week later hebben we de presentatie nog eens spectaculair overgedaan in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Ik heb er een goed ontvangen lezing gegeven en werd bijgestaan door graaf Floris V zelf en heer Wolfert van Borselen in volle wapenrusting. Ook hier een goed gevulde binnenplaats van het museum en ik staande voor de Egyptische tempel, geflankeerd door reclamebanners voor mijn boek. Het was een hele belevenis.

De auteur tussen graaf Floris V en Wolfert van Borselen in het RMO.

Op alle evenementen werd het boek goed verkocht en heb ik er veel gesigneerd. De uitgevers waren er duidelijk door verrast en voorspelden een voorspoedig verloop van de verkoop van de eerste druk. De eerste berichten van de lezers in mijn omgeving zijn stuk voor stuk gunstig: “het leest prettig, goed geschreven en interessant”, “in alle opzichten, zeer geslaagde boek”, ”het leest als een trein. En de tabelletjes achterin zijn om van te smullen”, “fijn boek, rustig van opbouw, heel informatief”, “de Loonse Oorlog! (Geweldig verhaal)”, “een informatief, boeiend en uitermate leesbaar boek”.

Nu, 5 weken na het verschijnen, is die al bijna voor de helft op. Het is nu wachten op de recensies in kranten en andere papieren media. Op internet zijn ze altijd wat sneller en de eerste blogs en boekbesprekingen zijn binnen. Ik was vooral blij met die van Jona Lendering, een historicus die als specialisatie de klassieke oudheid heeft, maar die graag ook daarbuiten leest. Hij schreef een uitermate lovende recensie op het geschiedenissite Historiek. Op mijn leeftijd bloos je niet zo makkelijk meer, maar ik zat er dicht tegenaan.

Hij schrijft o.a.:

Ik bleef achter met de indruk dat het boek in elk geval buitengewoon compleet is. Daarnaast is het fijn geschreven. Het hoofdstuk over de Loonse Oorlog vond ik heel boeiend en de beschrijving van de moord op Floris V was de prachtige ontknoping.

En:

Jona Lendering. Foto: Frank Ruiter.

Als ik slechts één aspect van De dageraad van Holland mocht prijzen, dan was het dat het beeldmateriaal gewoon stamt uit de beschreven periode en dat het de tekst verheldert. Gelukkig hoef ik me bij mijn lof niet tot één aspect te beperken: dit is over de gehele linie gewoon een goed vormgegeven, didactisch goed opgebouwd en vooral boeiend boek dat ik u van harte kan aanbevelen.

Nou, daar werd ik wel even stil van…

Hij werd direct gevolgd door een zeer positieve beoordeling van mijn penvriend Jan van Aken, die met zijn De Ommegang  vorige maand net de F. Bordewijkprijs won.

Hij is voor een volgend boek bezig om gegevens uit ‘mijn’ periode te verzamelen en las mijn boek ook als bron. Hij schreef o.a.

Jan van Aken. Foto: Koos Breukel.

Ik vond het een heel goed boek. Het is helder geschreven en geeft de – best ingewikkelde – gebeurtenissen goed weer. Wat het voor mij heel bruikbaar maakt is dat je veel context geeft, en veel gegevens die andere schrijvers laten liggen. Het ontstaan van de steden, het winnen van land, de toernooien en de martiale uitrusting, Ik vond de kaders aanvankelijk wat schools aandoen, maar het is een goede keuze, want het maakt alles duidelijker, zonder het grote verhaal in de wielen te rijden.

Bovendien schreef collega-historicus en Dordtenaar Kees Klok in zijn blog lovende woorden over mijn boek. Hij concludeert zelfs:

Kees Klok. Foto: Victor van Breukelen.

De dageraad van Holland zal voor vele jaren, vermoed ik, het standaardwerk worden voor de ontstaansgeschiedenis van Holland.

Als dat eens waar zou kunnen worden!

Kortom: je zal mij niet horen mopperen over de ontvangst van mijn boek De dageraad van Holland. En dan te bedenken dat je voor slechts € 25 niet minder dan 416 pagina’s met 13 hoofdstukken aan tekst plus noten, literatuur, tabellen en registers krijgt. En dat die rijk voorzien zijn van illustraties uit de periode tussen 1100 en 1300 zelf, inclusief een kleurenkatern van 16 pagina’s met unieke foto’s van door de graven zelf geziene en gebruikte voorwerpen als zegels, oorkonden, beeldhouwwerk en miniaturen. Dus geen enkele 16e of 17e eeuwse gravure, 19e eeuwse historieprent of 20e eeuwse schoolplaat te zien. Bovendien is er een pagina met de familiewapens van Hollandse, Zeeuwse, Utrechtse en Brabantse edelen in kleur en in 13e eeuwse vormgeving en niet in lelijke barokke of, nog erger, amateuristisch moderne tekenstijlen. Wat eveneens uniek is zijn de 14 plattegronden van Hollandse en Zeeuwse steden (en Aken!) zoals die er in de tweede helft van de 13e eeuw uitzagen. Dat is nog in geen enkel boek over deze periode en deze regio gebeurd.

Wat let u dus om voor uw historisch geïnteresseerde pa of moe, neef of nicht, zoon of dochter, of gewoon voor u zelf dit boek voor Sinterklaas in uw of hun schoen te vragen. Het is bij elke boekhandel te bestellen (en in Dordrecht op voorraad) en uiteraard bij Bol, Bruna en al die andere internetwinkels verkrijgbaar. Gratis verzonden…

Ik sluit graag af met wat Jona in een mail tegen me zei: “Hopelijk schrijf je snel weer een boek. Dit was verdomd goed.” We zullen zien…

Dordrecht in de Zwijndrechtse Waard 3

Het denken over Dordrecht in de Zwijndrechtse Waard veranderde pas weer toen de Wageningse professor Leen Pons (1921-2008) in 1994 een artikel publiceerde in Zwijndrechtse wetenswaardigheden over  ‘De Zwijndrechtse Waard in 1332. Een reconstructie op grond van bodemkundige gegevens.’ Pons was fysisch geograaf, oftewel bodemkundige, en sinds zijn pensionering in 1986 bezig geweest met de historie van de streek waarin hij was opgegroeid: de Zwijndrechtse Waard. Hij combineerde de historische bronnen met de geografische lagen en eigenaardigheden in dit gebied en kon een helder overzicht geven van de plaatsen en karakteristieken van de ambachten in de waard sinds de omdijking van 1331-32. Hij schreef in de inleiding ook over de periode daarvoor en meldde als het ware tussen neus en lippen door de doorbraak van de Merwede in de tweede helft van de 12e eeuw die Dordrecht van de Zwijndrechtse Waard scheidde.

Waarschijnlijk smaakte dat naar meer, want in 1997 verscheen in het Historisch-geografisch Tijdschrift een artikel met de titel ‘Dordrecht en de grenzen van ‘Swindrehtwert’’. Ik heb er hier al eerder over geschreven. Hij legde er duidelijk in uit dat zo’n doorbraak heel wel mogelijk was en dat hij er ook werkelijk is geweest. Hij maakte korte metten met het ‘zwingebied’ (de diverse kreken en  andere veenstromen) tussen Dordrecht en Zwijndrecht omdat het niet paste in het veenlandschap met weinig eb en vloed dat het rond 1000-1100 nog was.

Het enige dat een beetje vreemd was in het artikel uit 1994 is de uitspraak van Pons dat de waard in 1028 nog geen dijken had. Dat roept natuurlijk de vraag op waarom het gebied dan ‘waard’ heette. Volgens de etymologische woordenboeken is dat een door water omgeven, bedijkt gebied. Of zou hier de oudere betekenis van ‘eiland’ toepasbaar zijn? Dan kan het een gebied zijn dat wel ontgonnen is, maar waar men nog op oeverwallen, al of niet op terpen, langs de omringende rivieren woonde. Dat zou dus overeen komen met de andere ontginningen in dit gebied, die pas in de loop van de 12e eeuw last kregen van hoog water en vanaf die tijd omdijkt werden. In het artikel uit 1997 komt dit zinnetje over de afwezigheid van dijken trouwens niet meer voor.

kaart doorbraak
Kaart van hoe de doorbraak boven Dordrecht de rivierenloop in zuidelijk Holland veranderde (naar L. Pons 1992-1997).

De grotere stormvloeden van de 12e eeuw waren, volgens Pons, een gevolg van het doordringen van de zee in de brede riviermonding van de Maas-Merwede die gepaard gingen met het afbreken van waterscheidingen, het wegruimen van ondieptes als slikken en schorren en het verbreden van rivierbeddingen. Dat had hij al in een artikel uit 1992 geschreven. Er kwam meer verschil tussen eb en vloed en extremere weersomstandigheden plus de afwezigheid van stevige dijken gaven stormvloeden vrij spel. Die in 1134, 1163 en 1170 en 1174 hebben grote veranderingen in het landschap veroorzaakt. Waaronder de doorbraak van de Merwede die de rivieren de Thuredrecht en de Dubbel in tweeën splitsten. En die Dordrecht dus definitief van de Zwijndrechtse Waard scheidde. Bovenaan het blog ziet u de situatie voor die doorbraak en hierbij de reconstructie van de doorbraak zelf. Ik heb de beide tekeningen gebaseerd op de originele van Leen Pons uit 1997.

Aan beide zijden van deze nieuwe Merwede-tak zijn  voorbeelden gevonden van ophogingen, een soort terpen, uit het laatste kwart van de 12e eeuw. Ook werden die terpen al door dijkjes met elkaar verbonden, die zo een doorgaande dijk langs de omringende rivieren ging vormen. Een echte waard, zoals wij die kennen dus. Deze fase wordt bevestigd door de meest recente archeologische boringen rond de Grote Kerk die op kunstmatige ophogingen met klei en rietmatten op een oeverwal  wijzen. Maar ook al eerder waren hier terpen, die volgens de archeologen wel terug kunnen gaan tot voor het jaar 1000. En die in de 12e eeuw moeten zijn afgeslagen door overstromingen, waarna weer nieuwe ophogingen gedaan zijn die tot in de 14e eeuw door zouden lopen.

GvD1
Omslag van de laatst verschenen geschiedenis van Dordrecht, deel 1 tot 1572 (1996)

In de Geschiedenis van Dordrecht tot 1572 uit 1996 staat het artikel van Pons uit 1994 wel in de literatuurlijst, dat uit 1997 natuurlijk niet. In het eerste deel van het boek wordt echter de theorie van Easton beschreven, een beetje vermengd met wat invloeden uit Van Dalen en zijn overstromings theorieën:

Omstreeks 1150 werd de Dordtse veenkreek (de Thuredrecht dus…) als gevolg van zware overstromingen een doorvaartroute en ontstond er bij de nederzetting een nieuwe rivierbocht.

Dit gedeelte werd geschreven door de ons al bekende Jan van Herwaarden. Het boek werd echter door een viertal  historici samengesteld en dan kan er toch wel eens verschil van mening geweest zijn over bepaalde aspecten van de geschiedenis. Het hoofdstuk over de kerkelijke geschiedenis van Dordrecht was bijvoorbeeld van de hand van Gerrit Verhoeven. Die schreef wel degelijk over het van de Zwijndrechtse waard afgescheiden parochiegebied, dat niet meer dan het stukje Dordrecht ten noorden van de Thuredrecht omvatte. Hij meldde ook nog dat voor het oprichten van een kapel voor de Begijnen in 1265 toestemming aan de Sliedrechtse pastoor moest worden gevraagd. Dat houdt in dat het gebied ten zuiden van de Thuredrecht onder de parochie Sliedrecht hoorde (evenals Merwede en Crayestein, dus). Hij schreef ook letterlijk:

Bij de herinrichting van de Waard (de Zwijndrechtse dus… HtJ) lag het niet voor de hand over het water heen de oude banden te herstellen en werden daar nieuwe parochies gevormd.

Verhoeven ging dus in tegenstelling tot Van Herwaarden, in hetzelfde boek, wel degelijk van een doorbraak van de Merwede uit. Hij gebruikte de kleine, door het water van de oorspronkelijke voorganger gescheiden parochie als bewijs.

Wordt vervolgd