Dikkie Dikkie Flo

Vroeger kreeg je op de lagere school (nu de basisschool) vaderlandse geschiedenis.  Die term heeft inmiddels een beetje oubollige lading gekregen en wordt niet meer gebruikt. In wezen is de Canon van vijftig vensters niets anders dan een moderne versie van die vaderlandse geschiedenis, maar dan veel korter. Er is minder tijd voor geschiedenis op school en als je toch een beetje een overzicht van Nederland’s verleden wilt krijgen moet je je beperken. Dat zo de samenhang tussen die 50 thema’s verdwijnt heeft men klaarblijkelijk op de koop toe genomen.

De middeleeuwen (ca 500 – ca 1500) is in dat opzicht teruggebracht tot vijf vensters:

  • Willibrord. De verbreiding van het christendom
  • Karel de Grote. Keizer van het Avondland.
  • Hebban olla vogala. Het Nederlands op schrift.
  • Floris V. Een Hollandse graaf en ontevreden edelen.
  • De Hanze. Handelssteden in de Lage Landen.

Op dit lijstje is van alles aan te merken, al was het alleen maar dat de helft van onze geschiedenis vanaf het jaar nul is teruggebracht tot 10 % van de canon. Nederland heeft echter altijd al gedacht dat de echte geschiedenis pas begon toen we ons losscheurden uit de greep van het Habsburgse rijk via de Opstand, met een hoofdletter. Alles daarvoor was donker en een moerassige barbarij.

Ik heb zelf die middeleeuwse vaderlandse geschiedenis nog op mijn lagere school gehad en ik vond het allemaal machtig interessant. Zelfs op de middelbare school kreeg ik nog te horen wat de Bourgondiërs hier deden. Kom daar nu eens om. Veel van mijn leeftijdgenoten doen daar nog nostalgisch over. Ik niet. Ik weet namelijk best wel dat de kennis die we toen kregen voorgeschoteld niet diep ging en nogal nationalistisch was. De rol van kerk en vorstenhuis waren, van welke zuil je ook was, prominent aanwezig. Dat is nu gelukkig minder, al is het nog lang niet helemaal verdwenen. En zeker het hollandocentrisme doet het nog steeds goed in de lesmethoden.

Ik behandel in dit blog juist die Hollandse geschiedenis en dan met name die van het gedeelte van Zuid-Holland rondom Dordrecht. Dat komt omdat ik vind dat er niks mis is met regionale of zelfs lokale geschiedenis. Als je echt wilt dat kinderen belangstelling voor geschiedenis krijgen (en wie wil dat niet?) moet je dicht bij huis beginnen. Als je wilt dat kinderen begrijpen hoe de geschiedenis hun eigen omgeving heeft bepaald en veranderd dan focus je op dijken, straten, rivieren, kerken, boerderijen, openbare gebouwen en de mensen die daar leefden. Dat onthouden die kinderen, want dat waren hun eigen voorouders. Hoewel… er is natuurlijk altijd import, zowel binnen- als buitenlandse.

Die voorouders van die Hollandse kinderen leefden een flink deel van het verleden onder hun eigen graven. Niet dat ze die man elke dag op straat tegenkwamen, maar mensen tussen 850 en 1555 zullen hem (en in een enkel geval haar) wel eens voorbij hebben zien komen. Al werd dat op den duur, tijdens vreemde overheersing bijvoorbeeld, natuurlijk wel minder. De onderdanen van de  graven van het eerste Westfriese, later Hollandse, huis zullen hun heer best gekend hebben. En geweten hebben hoe hij heette. De oudere lezers leerden hun namen ook nog op school. Ze hadden zelfs een ezelsbruggetje om die namen makkelijker te kunnen onthouden:

Dikkie, Dikkie, Arnout

Dikkie, Dikkie, Flo

Dikkie, Flo

Dikkie, Flo

Dikkie, Ada

Wimpie, Flo

Wimpie, Flo

Jan

Dat lijstje opdreunen gebeurt nu niet meer. Ik maak me sterk dat men nog enkele van die namen paraat heeft, en dat zullen dan vooral de lezers van het tamelijk succesvolle boek van De Boer en Cordfunke zijn. De canon laat het ook zien: van de 18 graven tussen ca 880 en 1299 is alleen de voorlaatste, Floris V, overgebleven.

U telt er 17 en dat klopt. In de tijd dat dit lijstje werd verzonnen was nog niet bekend (of doorgedrongen) dat de eerste Dikkie nog een vader had wiens naam in de bronnen was terug te vinden: Gerulf.  Dat moet dan wel in de negentiende eeuw geweest zijn, want pas aan het eind van die eeuw werd hij door de wetenschap erkend als stamvader van het zogenaamde Hollandse huis.

Dit lijstje staat dus voor de echte gravenlijst die er als volgt uitziet:Gravenlijst

Van al die graven en gravinnen zijn hier alleen de overlijdensjaren gegeven, omdat van de meesten het geboortejaar, laat staan de datum, niet bekend is. Pas bij Floris IV zijn we zeker van zijn geboorte, bij Willem II en Floris V is hij te reconstrueren, maar bij de laatste, Jan I, moeten we weer raden. Als u nu dit lijstje bewaart kunt u altijd de gebeurtenissen die ik ga noemen in dit blog in hun tijd plaatsen. Van de meeste van deze graven zijn ook de vrouwen, kinderen, broers en zussen bekend, maar daar komen we al bloggend nog wel op terug.

Maar eerst: hoe komen we aan die gegevens over die graven?

2 antwoorden op “Dikkie Dikkie Flo”

  1. Wat een goed initiatief. Ik ben nieuwsgierig naar de volgende aflevering. De cursus Dordtologie vond ik zeer interressant. Volgens diverse kaarten en plattegronden heet de oude haven van Dordrecht tegenwoordig niet Voorstraathaven maar Wijnhaven.

    1. Ik ben me dat bewust, meneer Wuister. Eigenlijk zou je dat deel van de Thuredrecht de Oude Haven moeten noemen. Net als bij de combinaties Nieuwe Haven – Knolhaven en Wolwevershaven – Kuipershaven zou je ook beide kanten een verschillende naam kunnen geven, ware het niet dat langs de Wijnstraatkant de Mattensteiger ligt en en aan de Voorstraatkant de Taankade. Ik heb het altijd handiger gevonden dat resp. Wijnhaven en Voorstraathaven (of Oude Houthaven) te noemen, al weet ik best dat Voorstraathaven op de kaart voor het deel Tolbrug-Leuvebrug wordt gebruikt. Ik zou er dan ook voor willen pleiten dat Oude Haven voor het deel Scheffersplein-Boombrug weer in gebruik komt.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.