Eind 2011 hadden we in Dordrecht een relletje. Op 12 november van dat jaar verwelkomde burgemeester Arno Brok bij de nationale – dus op tv uitgezonden – intocht van Sinterklaas de Goedheiligman met de woorden: “Welkom in de oudste stad van Holland!”. Het is hier nog te zien en te beluisteren.
Dat schoot loco-burgemeester Ruud van den Belt van Geertruidenberg in het verkeerde keelgat. Er kwam een formeel protest op die bewering en de gemeente daagde Dordrecht voor de Rijdende Rechter om dat al lang slepende conflict nu maar eens voor altijd opgehelderd te krijgen. Geertruidenberg beweerde namelijk dat zij in 1213 al stadsrecht hadden gekregen van graaf Willem I en Dordrecht pas in 1220. Van dezelfde graaf. Het tegenwoordig Brabantse Geertruidenberg was toen nog Hollands, dus ze vonden dat zij daarom het recht hadden op het predikaat oudste stad van Holland. Natuurlijk zou het, indien juist, vreemd aandoen als een Brabants plaatsje dat zou gaan beweren, maar het leek de gemeente wel menens te zijn.
Vanuit Dordrecht werd er een beetje lacherig over gedaan en de pers, altijd in voor een relletje, probeerde er een sappig item van te maken. Ik ben toen nog voor de Grote Kerk geïnterviewd door TV Rijnmond en heb daar kort en duidelijk gezegd dat Dordrecht al voor 1220 een stad was en dat Geertruidenberg het nooit echt geworden was.
Gek genoeg trokken beide steden zich terug van de zaak voor Mr. Frank Visser. Over en weer gaven ze elkaar van die move de schuld, maar de gloednieuwe burgemeester, Van Hees, van Geertruidenberg verwoordde in 2012 waarschijnlijk de wederzijdse gevoelens hierover het best toen zij schreef:
De uiteindelijke uitslag zou voor de ‘verliezende stad’ kunnen betekenen dat men zich niet meer Hollands Oudste Stad zou mogen noemen.
Het zou gezichtsverlies voor één van de twee opleveren, dus, en dat kan in onze poldermaatschappij natuurlijk niet. De nieuwe burgemeester gaf ook toe dat het eigenlijk meer een ludieke actie was geweest en dat hij in ieder geval veel publiciteit opgeleverd had. Dat was natuurlijk meegenomen in de aanloop naar 2013 toen Geertruidenberg 800 jaar stadsrecht vierde.
De journalist Gert van Engelen braadde in het tijdschrift Oud Dordrecht (jrg 32-1 (2014) 68-73) nog eens kanen van de hele kwestie door zijn verbazing uit te spreken over deze gang van zaken en diverse mensen erover aan de tand te voelen. Hij vroeg zich af waarom “de beide steden er niet voor gekozen hadden om de kale feiten voor zich te laten spreken”. Dat was toch de hoofdtaak van de geschiedschrijving? Hij had helemaal gelijk, alleen toen hij aan Jan Alleblas, mijn zeer gewaardeerde ex-collega op het stadsarchief, opheldering vroeg antwoordde die dat het allemaal niet zo helder lag. Men had er al jaren, eeuwen misschien, op gestudeerd en de uitkomsten waren niet eensluidend. En daar kon hij het mee doen: er was gewoon te weinig zekerheid over die bewering.
Dat kon ik weer niet over mijn kant laten gaan en ik reageerde op dit artikel door Gert te zeggen dat hij de verkeerde personen had gesproken. Hij had naar een mediëvist moeten stappen. Gert zou geen journalist zijn geweest als hij daar niet op in was gegaan.
Hij interviewde me ergens in de zomer van 2014 en in nr 3 van Oud Dordrecht van dat jaar werd het afgedrukt. Ik kon hem vertellen dat die hele kwestie al tientallen jaren geleden, maar zeker in 2011, opgelost had kunnen zijn als mensen binnen de gemeente de juiste historische literatuur hadden gelezen. Het enige probleem is dat als je als leek die boeken of artikelen leest, je nog niet echt kunt navertellen wat er staat en wat de conclusies in die geleerde schrijfsels nou precies inhielden. Daar moet je helaas wel historicus voor zijn, of je moet in ieder geval gewend zijn aan het jargon en de nodige voorkennis hebben. Dat is een probleem dat ik hier al eerder heb aangesneden. Er is veel (Nederlandse middeleeuwse) geschiedenis bestudeerd en er zijn vele meters boeken en tijdschriften over geschreven, maar de leek, de gewone scholier of burger krijgt de daaruit gedestilleerde kennis niet onder ogen. Of begrijpt ze niet. Er is dus nooit iemand geweest die eens duidelijk, in gewoon Nederlands, heeft uitgelegd in een gemakkelijk toegankelijk medium waarom Dordrecht nu eigenlijk de oudste stad van Holland is. Ik ga dat in de komende blogs doen.
Intussen hadden het interview en het artikel natuurlijk ook weer gevolgen. Columns in de krant, discussie op internetfora, artikel in het AD en TV Rijnmond weer op de stoep. Interviewer Thijs Blom: of ik de argumenten ook nog eens op tv wilde herhalen. Nou, ik ben de beroerdste niet dus dat heb ik gedaan. Tijdens dat interview belde Thijs met de burgemeester van Geertruidenberg, Willemijn van Hees (VVD en veel knapper dan ik…). De telefoon stond op speaker dus ik kon meeluisteren. Ze wilde dan wel toegeven dat het hele gedoe een stunt was geweest, maar ze had geen zin dat in het openbaar toe te geven. Ik vond dat bijzonder flauw en nogal laf. Het sterkte me echter wel in mijn voornemen om nu eens luid en duidelijk uit te leggen hoe dat nou zat met die stadsrechten. Vandaar…
(Wordt vervolgd)