Kijk eens naar Nieuw Krispijn 5

… en zo zou ik nog blogs lang door kunnen gaan, maar dat was m’n bedoeling niet. Ik heb ook niet de tijd om van alle aangetaste huizen een ‘zo-was-ie-oorspronkelijk’ tekening te maken. De drie voorbeelden waren bedoeld als ogenopener voor wat er hier in de bocht van de spoorlijn met een mooi samenhangend wijkje door de loop van een eeuw is gebeurd met het woningarsenaal. Hoe door gebrek aan geld bij eigenaars, onwil en hebzucht bij verhuurders en afwezig gevoel voor de architectuur bij de bewoners honderden juweeltjes van burgerlijke bouwkunst in de wijk zijn aangetast. Ik wil ook niet met de vinger wijzen naar vroegere bewoners en ze beschuldigen van slechte smaak. Je zal maar geen geld hebben om een restauratiearchitect of een reconstructietimmerman te kunnen betalen die je huis weer in originele staat zou kunnen terugbrengen. Als je dat al zou willen. Dan ben je blij met de Praxis of de Gamma die je tegen betaalbare prijzen een deur kan leveren als de oude van ellende uit elkaar valt.

De Homepage van de Monumentenzorg website.
Het is leerzaam om daarop te zien hoeveel en wat voor monumenten we in Dordrecht hebben.

Ik ga ook niet naar de gemeente wijzen. Ik ken de dames die bij Monumentenzorg werken en ik weet dat ze bekend zijn met de ‘aanpassingen’ die door bewoners en eigenaars aan de huizen gedaan zijn.

Zij zouden ook wel anders willen, maar er “staan wetten in de weg en praktische bezwaren”. Het aantal monumenten dat per jaar zo’n status krijgt is beperkt, staat meestal in de binnenstad of 19e eeuwse schil en de vraag is of je moet willen dat je huis een monument wordt. Ik zie meer in een min of meer beschermd stadsgezicht en de mogelijkheid subsidie te krijgen voor beperkte aanpassingen aan gevels en andere karakteristieke elementen in de buurt, zodat het beeld van toen weer wat terugkomt. Ik wil pertinent niet dat er achter de gevel wordt ingegrepen, want de moderne mens wil andere dingen van zijn woonomgeving dan zijn voorouder die tussen de wereldoorlogen leefde. Ik wil ook niemand zijn dakkapel afnemen, maar het lijkt me dat het niet echt kostbaar hoeft te zijn om die wat aan de architectuur eromheen aan te passen. En er zijn tegenwoordig weer zoveel bedrijfjes met glas-in-lood bezig dat het me niet moeilijk lijkt om aan de hand van nog bestaande originele voorbeelden (en die zijn er) reconstructies te laten maken.

Voorbeeld van een origineel glas-in-lood bovenlicht.

Daar is nogal wat initiatief voor nodig. Je moet natuurlijk inventariseren wat er in zo’n wijk staat. Wat er aan het originele concept veranderd  is en of je terug wilt, of moet, naar de oorspronkelijke situatie. Zoja, hoever ga je dan? Er is al eens iemand aan zo’n inventarisatie van bestaande monumenten in Nieuw Krispijn begonnen, maar er was eigenlijk te weinig bekend over de bouw van de wijk en te weinig tijd en geld om de lijst compleet te maken. Nu de bouwtekeningen op de website van het Regionaal Archief staan is dat wat makkelijker te doen: fotootje van de gevel nu, vergelijken met de bouwtekening, beslissen wat je zou willen aanpassen, plan maken, kosten berekenen, overleg en toestemming Monumentenzorg, opdracht naar vakman… Zo’n traject, denk ik dan.

Blauwdruk van een volledige rij woningen (10-36) aan de Frederikstraat.
Zie ook de foto in blog 1 in deze serie.

Ik  hoorde van Monumentenzorg dat ze al zeer lang niet meer persoonlijk kijken of er ergens iets verkeerd gaat. Letterlijk: “De Welstands- en Monumentencommissie loopt inderdaad niet door de stad om te kijken wat er niet goed gaat. Dat is de taak van de gemeente (i.c. de Omgevingsdienst) en ook die hebben geen mensen meer die zomaar door de wijken fietsen. Dit gebeurt alleen als er een bouwaanvraag in uitvoering is of als er een officiële klacht is via bouwklachten.” Het leuke was dat ik afgelopen zomer vanuit mijn werkkamer Conny, een van de medewerkers van Monumentenzorg, een keer oplettend om zich heen kijkend voorbij zag fietsen over de Dubbeldamseweg. Overigens is deze weg de enige in Dordrecht met een eigen website. Hij is oorspronkelijk gebouwd door mijn buurvrouw, die senior archeoloog is bij de gemeente en die gebruik heeft gemaakt van het onderzoek dat ik destijds naar de Dubbeldamseweg heb gedaan. Hij wordt sinds 2017 niet meer bijgehouden, maar belangstellenden kunnen er nog een hoop leren over de weg en zijn omgeving.

Het hek van het Dordrechts Museum waar een hap uitgenomen zou worden voor een kunstproject.

We hadden hier een paar maanden geleden weer eens een rel waarbij het erop leek dat een deel van het hek voor het beroemde Dordrechts Museum in het kader van een kunstproject verwijderd zou worden  en dat dan een replica ertussen zou worden  stuk ‘gevaren’ door  een binnenvaartscheepje. Net als het museum is dat hek een rijksmonument en ging dat plan niet door. Het hek is in 1906 gebouwd, precies in de tijd dat Nieuw Krispijn vorm begon te krijgen. Het hek is dus een monument. Het is een mooi hek, met vakkundig gemetselde baksteen- en natuursteenmuren en pilaren en een zwaar gesmeed hekwerk. Nieuw Krispijn is net zo vakkundig gemetseld (kruisverband) en vormgegeven, met allerlei verfijnd timmerwerk, smeedwerk  en glas-in-lood dat net zo beschermd zou moeten worden als het museumhek. Laten we daar eens over nadenken. Dat zou ik graag zien.

Ik wil  dit blog verspreiden naar  allerlei Dordtse instanties en Dordtenaren om te kijken of er  ‘draagvlak’ is (ik lijk wel een ambtenaar…) voor een betere bescherming van een  stuk Dordts erfgoed, waar men  tot nu toe nauwelijks naar heeft omgekeken.

Ik ben benieuwd.

Het ‘verhaal’ van Rivier-Boot-Stad

Gezien de reacties die op Facebook de ronde doen over het prestigieuze project met de hektjalk die op 9 oktober 2021 van de museumtuin in Dordrecht naar het Hof gesleept zal worden is het nodig dat ik even uitleg waarom ik de verantwoording ervoor niet acceptabel vind. De lezers worden namelijk gemanipuleerd door een slimme mix van interessant klinkend jargon en klassieke retoriek om een ‘solide’ basis te geven aan het doordrukken van een duur stuk stadspromotie. Niet iedereen gelooft dat er gemanipuleerd wordt, maar als je, zoals ik, al vijftig jaar te maken hebt met lieden die dergelijke trucs gebruiken om hun wil door te drijven bij het gewone publiek, dan leer je het op den duur wel herkennen. Ik heb om die herkenning te vergemakkelijken de bewuste passages onderstreept. Bovendien heb ik het modewoord verhaal vet gemaakt om te laten zien hoeveel dat gebruikt wordt om te suggereren dat men hier met iets belangrijks bezig is; het opstuwen van Dordrecht in de vaart der volken. Alsof dat nodig is…

Er werd me al voorgehouden dat mijn bezwaar tegen de historische onderbouwing in een eerder blog natuurlijk waardevol is, maar dat ik het meer als fictie moet zien (een verhaal dus, maar dat was me vanaf het begin al wel duidelijk). Het zou toch mooi zijn, schreef de bewuste reageerder, als toekomstige stadsrondleiders “straks het verhaal van het hek met de vorm van het schip in brons kan vertellen. Het Hof ga je hier niet mee verkopen, maar de stad Dordrecht wel!” Denkt iemand dat echt? Net zoals die toeristen denken dat wij hier in Dordt de eigen schilder Aelbert Cuyp zien als glimmend Flipje van Tiel op gympies, of Willem van Oranje als een groene reus met een rotkop? En dan zou ik nog wel even door kunnen gaan ook. Ik hoor ze denken: gekke Dordtenaren. Hoe dichter bij die stad hoe raarder het wordt. Afijn…

Natuurlijk zat er een idee achter het hele project: te weinig bezoek op het Hof. Wat doen we eraan? Want daar ging en gaat het in eerste en laatste instantie om (zie hieronder). Dordt-promotie is secundair, maar niet onbelangrijk, want de toerist moet in de watten worden gelegd.

Ik citeer, om bovenstaande aan te tonen, daarom uit de websitepagina met FAQ, maar ik zet het in iets andere volgorde en laat veel weg. Ik gebruik de zaken die het meest het stempel van manipulatie dragen.

Middel en doel

“Een van de beleidswensen van de Gemeente Dordrecht is om door middel van kunst de kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren en de belevingswaarde van de gebouwde omgeving te verhogen.

Het doel is om de bestaande verbindingen tussen het Dordrechts Museum, Cinema The Movies en Het Hof van Nederland een aantrekkelijk cultureel profiel te geven.”

Dus wat doe je als er te weinig bezoekers in je andere museum komen? Dan geef je een kunstenaar opdracht om met veel spektakel en daaruit voortkomende op gemanipuleerd toeval gebaseerde openbare kunst op letterlijk maar één (1) dag die route aan te geven door een niet erg schilderachtig ogend stukje Dordrecht. Waarna er langs die route tot in eeuwigheid bronzen wrakstukken blijven liggen of hangen.

En hoe maak je dat een aantrekkelijk project? Door een kunsthystericus, sorry, kunsthistoricus een in die branch veel toegepast stukje ronkende proza te laten schrijven waarmee de lezer via hun beroepsretoriek en jargon een vaag, sentimenteel en mystiek ‘verhaal’ in slaap gewiegd wordt. Goh, dat klinkt interessant; laten we daar een paar ton aan uitgeven. De overdonderde ambtenaren en gemeenteraadsleden tekenen wel. En ’t is een leuk afscheidscadeautje voor Piet.

Ik heb even de citaten achter elkaar gezet en het jargon onderstreept zodat de lezer kan zien waar de kunsthyst… sorry, kunsthistoricus is bezig geweest. Lees even mee:

“Het kunstwerk rivier, boot, stad kan enerzijds worden gezien als een vanitas, in zijn reflectie op de vergankelijkheid van het leven. Maar ook als een viering van wat mogelijk is door middel van collectieve inspanning. Het evenement waarbij het schip versleept wordt is een mythisch verhaal over een onmogelijke reis van een enorm schip door de smalle straten van het Hofkwartier. Dit verhaal wordt na het evenement naverteld door de sporen die het schip achterliet: een serie sculpturen in het Hofkwartier. Schrijvers denken lang na over de eerste zin van hun boek: het vertelt de lezer iets over de rest van het verhaal. Dat geldt ook voor de eerste sculptuur in de serie. Het is een samenvatting van de rest van het verhaal dat verderop in het Hofkwartier te zien is. Het schip dat door het hek breekt is een dramatisch gebaar: het lijkt gevaarlijk, spannend, tragisch. Maar zal in zijn praktische uitvoering niet gevaarlijk zijn. Het verhaal vertelt over de schoonheid van destructie. Het schip breekt met het oude om een nieuw verhaal te vertellen. De handeling van het oversteken van de drempel van het museum, de openbare ruimte in, is een symbolische daad van collectieve kracht.

Thomson wil geen stroom van objecten afzetten in de overvolle publieke ruimte, maar ze inbedden in een verhaal dat door de gemeenschap wordt gedragen. Bij de bouw en het verplaatsen van het schip zijn zoveel mogelijk Dordtenaren betrokken en het proces is zo openbaar mogelijk geweest. De zeggingskracht van het kunstwerk wordt rijker wanneer het langer de kans krijgt om ingebed te raken in het stedelijke leven en wanneer het verhaal ervan (de oorsprong van de stad en het memorabele moment waarvan Dordtenaren deelgenoot of zelfs deelnemer waren) de kans krijgt om aan een nieuwe generatie te worden doorverteld.

De vraag of het niet zonde is om het schip kapot te laten gaan is een logische. We willen vasthouden aan haar schoonheid. We vereenzelvigen ons met schepen: we geven ze namen, staren naar hun trage beweging over het water en we bewonderen hun kracht en constructie. Een schip dat vergaat heeft iets emotioneels en tragisch. Maar er zit ook schoonheid in destructie, omdat je daarin het moment van transformatie en het verlopen van de tijd ervaart.

Kunst biedt ons handvatten waarmee we kunnen reflecteren op het leven. Elk schip heeft zijn doel, sommige vervoeren goederen, andere zijn pleziervaartuigen, in dit geval is het schip gebouwd om iets onmogelijks te doen en vertelt daarmee een verhaal. Een verhaal dat begint met de geschiedenis van Dordrecht en de verbinding met de binnenvaart, een verhaal dat wordt uitgedragen door de teams van vrijwilligers die het schip bouwen of door de smalle straatjes slepen. Een verhaal dat zijn sporen achterlaat in de houten romp terwijl het schip uit elkaar valt in de onmogelijke smalle straatjes. Een verhaal dat keer op keer wordt verteld door middel van de in brons gegoten fragmenten van een boot die zichtbaar zullen blijven langs de route (HtJ: let ook op de drievoudige herhaling van “Een verhaal dat…”; een eeuwenoude retorische truc om de boodschap erin te hameren) .

Met het zwart blakeren van het schip komt het los van zijn oorspronkelijke functie en wordt het een autonoom object, een kunstwerk.

In elke fase van het project vieren we transformatie. De hele boomstammen die arriveerden voordat ze in planken werden gezaagd. Het uitsnijden van deze planken in een schip. De verkoling van het schip abstraheert het van zijn oorspronkelijke functie. De dramatische transformatie tijdens het evenement van het schip dat in fragmenten uiteenvalt. Het gieten van deze fragmenten tot bronzen sculpturen. In de sculpturen zullen al deze lagen van transformatie zich openbaren”.

Tot zover de ‘verantwoording’ van dit project. Drama, overdrijving, gevoel, mystiek, zelfs alchemie worden van stal gehaald om de lezer te raken. Ik hoop dat ik door het uit de webpagina lichten van deze fragmenten de lezer van dit blog heb kunnen overtuigen van hoe en met wat voor taal hij/zij gemanipuleerd wordt door de mensen die dit onzalige plan hebben  doorgedrukt. Net zoals het al met veel openbare kunst in Dordrecht al jaren gebeurt. En je hoeft hier niet eens tussen de regels door te lezen. Er staat in wezen: als je het hier niet mee eens bent ben je een cultuurbarbaar en niet geschikt om van Dordrecht als historische stad echt te genieten. Wij, de elite van stedelijke cultuurbobo’s, zullen u wel vertellen wat mooi en waardevol is. En jullie gaan lekker toch niet over waar wij het belastinggeld aan uitgeven.

Als staartje geef ik nog even de reactie door op de vraag: Wat doet de gemeente/Museum met de 2 petities? Er zijn zoveel mensen op tegen. Hoe gaan jullie hiermee om?

Het antwoord:

“Het gebeurt wel vaker dat kunst in de openbare ruimte veel reacties oproept, zie bijvoorbeeld het beeld van Willem van Oranje. Voor het project rivier, boot, stad is een zorgvuldig participatietraject doorlopen. We constateren dat pas in een heel laat stadium deze weerstandsreacties komen. Het is aan het college van burgemeester en wethouders om te bezien wat het met de reacties uit de stad doet.”

Met andere woorden: wij trekken ons niks aan van protesten of petities en die boot gaat echt door het Hofkwartier gesleept worden. Met alle gevolgen vandien.

En daar kunnen we het mee doen.