Dordrecht en de gewetensvrijheid 4

inname brielle

Herman van Duinen en ik hebben besloten onze krachten te bundelen. Hij heeft na 2013 niet stilgezeten en is verder gegaan met onderzoek rond de EVS. Hij heeft daarom meer kunnen lezen dan ik in de korte voorbereidingstijd voor dit blog en zal me bijstaan in het schrijven van de volgende delen. We gaan hier verder met wat achtergrondinformatie over de gebeurtenissen in de zomer van 1572, zonder al te veel in details te treden.

In Dordrecht wordt van dat eigenmachtige optreden van de steden en de adel een dekselse rebelse daad gemaakt en duidt het op de ‘durf’ en moed van die instanties om tegen het wettige gezag in te gaan. Dat is echter behoorlijk kort door de bocht. De situatie in Holland en Zeeland was in de zomer van 1572 nogal chaotisch. U weet allemaal (hoop ik) dat op 1 april het stadje Brielle was ingenomen door de zogenaamde Watergeuzen (zie de prent bovenaan deze blog, een gravure van Frans Hogenberg). Dat had een ontwikkeling tot gevolg die als een soort lopend vuurtje door de provincies rolde. De meeste steden lieten de geuzen binnen en hun tot dan toe bijna volledige katholieke bestuurders werden vervangen door protestanten. Slechts enkele steden bleven in Spaanse handen of werden door Spaanse troepen belegerd. Natuurlijk zag Alva dit als opstand, maar hij werd tegengehouden om er wat aan te doen, omdat hij in de zuidelijk Nederlanden doende was een mogelijke invasie van de prins van Oranje en zijn broer Lodewijk op te vangen.

bossu
Maximiliaan de Hénin-Liétard, graaf van Bossu, stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht 1567-1573. Gravure door Jan Wierix.

De graaf van Bossu was nog door de landvoogdes Margaretha van Parma als vervanger van Willem van Oranje aangesteld als stadhouder in Holland, Zeeland en Utrecht. Hij kreeg echter direct bij diens aankomst in de Lage Landen in 1567 met de hertog van Alva te maken, die Margaretha als landvoogd opvolgde toen ze, geschokt door Alva’s wreedheid, ontslag nam. De nieuwe stadhouder probeerde na de revolutionaire gebeurtenissen sinds 1 april de steden en edelen te paaien voor een Statenvergadering in Den Haag op 15 juli. De steden zagen de bui echter hangen en besloten, zo blijkt het, zelf bij elkaar te komen. De prins van Oranje had in de maanden daarvoor al vertegenwoordigers naar Holland gestuurd om de steden zover te krijgen. Aanvankelijk zou dat in Gouda gebeuren, maar die stad gaf het stokje liever aan Dordrecht door, als oudste en eerste stad van Holland. Daar gaf men, onder lichte druk van opstandige magistraten en de geuzen, toe. Vanaf 3 juli werden de Staten door Dordrecht opgeroepen om bij hen te komen vergaderen. En dat gebeurde op 6 juli nog eens, wat dringender verwoord : “alsoo dese zaicke ons gemeenlicken aengaet” en ze vermeldden erbij dat Lumey het ermee eens was. Die was op 20 juni door de prins zelf al tot zijn luitenant voor Holland benoemd en zat eigenlijk te wachten op zijn officiële aanstelling door de Staten. Zo kon de Statenvergadering in Dordrecht, na wat uitstel omdat het reizen voor de verder weg liggende steden door de onrustige situatie niet echt gemakkelijk ging, op 19 juli beginnen.

Het hedendaagse Dordrecht vindt dit een dappere daad: zomaar, zonder dat ’s konings stadhouder die bij elkaar roept, een Statenvergadering plaats laten vinden. Dat was het niet; het was gewoon noodzaak. Er moesten belangrijke zaken besproken worden en het moest snel gebeuren, want er dreigde echt oorlog met de Spanjaarden. Het was crisis, iets dat in het begin van de film die in het Hof draait terecht nog eens extra benadrukt wordt. Bovendien was het wel meer gebeurd dat de Statenvergadering op initiatief van de steden zelf bij elkaar kwam.

koopmans staten
Omslag van het boek over de Staten van Holland voor en tijdens de Opstand.

Koopmans, in zijn boek De Staten van Holland en de Opstand (1990) schrijft dat het in de jaren ’60 al diverse keren was voorgekomen dat de Hollandse Statenleden eigenmachtig vergaderingen hadden belegd. De situatie was nu echter wel anders dan toen. Door de oproep van Bossu te negeren en zelf ergens anders dan in Den Haag bij elkaar te komen was er nu “sprake van openlijke weerstand tegen het wettige gezag”. Al wilde men de koning niet openlijk afvallen, Alva en zijn ‘Spanjaarden’ (er maakten nogal wat niet-Spaanse huurlingen deel van zijn leger uit) waren wel de vijand. Het was dus niet een “Eerste vrije statenvergadering”, want er waren al eerder zelfstandige vergaderingen geweest en ‘vrij’ was Holland zeker niet. Het was wel een daad van rebellie, maar dat was het overgaan van de steden naar de geuzen en de protestantse religie ook al.

Willem van Oranje, die zelf een inval in de Zuidelijke Nederlanden aan het voorbereiden was, was niet blij geweest met die inname van Brielle: het was te vroeg. Lumey, toen officieel admiraal van de Watergeuzen, had niet met hem overlegd en was zijn eigen gang gegaan. De prins zelf was in april nog niet ver genoeg met het verzamelen van troepen, want hij had zo goed als geen geld. Dat de andere Hollandse en Zeeuwse steden (op Amsterdam, Middelburg en Goes na) ook in opstand kwamen was dan wel weer een goed bericht. Bij zijn eerdere inval, in 1568, was alles mislukt en waren zijn troepen en die van zijn broers, na wat succes in het begin, verslagen en uit elkaar gejaagd. Het had hem tevens geruïneerd. Hij weet die nederlaag toen ook aan gebrek aan medewerking van het rijke Holland en zijn steden en aan de gebrekkige communicatie tussen hen.

beleg roermond
Overzicht van het beleg van Roermond van 21-23 juli 1572 door het leger van Willem van Oranje. Na de overgave werd de stad geplunderd en verloren enkele tientallen katholieke geestelijken het leven na hevig gemarteld te zijn. De prins heeft op 25 juli nog een verbod op het doden van katholieken uitgevaardigd, maar dat hielp niet bij de rest van de veldtocht. Gravure door Frans Hogenberg.

Nu de steden hun plaats tegenover de Spanjaarden tegen wil en dank definitief hadden bepaald zag hij weer mogelijkheden, te meer omdat sommige steden hem al geld brachten. Hij had op 7 juli al een eerste instructie naar Holland gestuurd met de specifieke vraag om veel geld, want, zo dreigde hij, anders zou de vrijheid en welvaart van de provincie definitief gevaar lopen. Toen hem bekend werd dat de Staten werkelijk bij elkaar zouden komen stuurde hij zijn vertegenwoordiger, Marnix, er naar toe. Die had nog verder uitgebreide instructies bij zich. Daaraan ontbrak, zoals iedereen kan lezen, een door latere generaties erg belangrijk gevonden artikel. Daar kom ik in de volgende blogs nog op terug. Zelf was de prins op 7 juli de grens van Duitsland en Gelders Limburg overgestoken en bevond zich in zijn legerkamp in de buurt van Roermond (dat toen nog niet in Limburg lag). Wat hij wilde was geld, want hoewel hij met moeite, en door zijn familie en vrienden aan te spreken, het leger had kunnen formeren, moest hij het ook tijdens de komende expeditie blijven betalen. Vandaar dat hij de steden vroeg hem in ieder geval voor de eerste drie maanden voldoende geld te geven. En snel.

Wordt vervolgd