Ik wil in mijn blog vanaf nu af en toe een stukje plaatsen over wat er aan middeleeuws is overgebleven in en om Dordrecht. Misschien weet u, als lezer, die plaatsen makkelijk te vinden, maar niet-Dordtenaren zullen daar wat meer moeite mee hebben. Het is zeker dat er al diverse keren over dergelijke overblijfsels is geschreven. Journalisten en andere schrijvers van populaire literatuur vertonen namelijk de hebbelijkheid af en toe zo’n soort historisch onderwerp bij de kop te nemen en daar een treffend artikel over te schrijven. Soms worden dergelijke stukjes ook gebundeld tot een boekje met een pakkende titel zodat het voor stadgenoten en toeristen makkelijk te bewaren blijft. Ik pak het iets anders aan. Ik kies de onderwerpen zuiver subjectief, dat wil zeggen dat ze mij om de één of andere reden persoonlijk en emotioneel moeten raken of geraakt hebben. Dat mag voor een historicus, van wie verwacht wordt dat hij toch een zekere academische afstand van zijn onderwerp bewaart, vreemd lijken, maar er is een historische context voor.
Johan Huizinga (1872-1945), de bekende cultuurhistoricus (van wie iedereen alleen Herfsttij der middeleeuwen (1919) kent, maar meestal niet heeft gelezen), is de eerste Nederlander geweest die dit fenomeen heeft beschreven en het in 1920 ‘historische sensatie’ heeft genoemd. Hij schreef er zelf over als inspiratiebron voor Herfsttij, maar zoals diverse van zijn biografen hebben aangetoond, was dat eigenlijk niet helemaal waar. Het zien van een tentoonstelling van werk van Jan van Eijk en consorten, dat wel degelijk een grote indruk op hem maakte, en een meditatieve wandeling langs het Damsterdiep (bij Groningen), waarbij het idee voor het boek ontstond, kunnen als respectievelijk sensatie over en inzicht in een historische periode gezien worden. Maar zoals een recensent van het boek De historische sensatie. Het Rijksmuseum geschiedenisboek (2005) schreef kan die sensatie niet zonder een zekere bekendheid met het onderwerp dat zo’n indruk op je maakt. Daarvoor heb je dus “naast het talent om paf te staan, kennis van zaken” nodig (vrij naar Jan Blokker).
Ik heb al sinds mijn vroege jeugd het vermogen om paf te staan, om zaken heel dicht bij me te laten komen en me te laten verrassen. Die kennis van zaken kwam later, maar ik stelde al wel heel vroeg aan mezelf de vraag waarom iets me dan zo trof. Dat ik niet de bagage had om daar echt een antwoord op te vinden was wel een feit. Dat heb ik later, toen ik echt gericht onderzoek naar het verleden ging doen, wel ingehaald. En zeker sinds mijn studie weet ik veel beter raad met datgene wat bij mij die historische sensatie veroorzaakt. Vroeger zou ik het zijn gaan tekenen of fotograferen.
Voorbeeldje uit 1968. Ik kan me nog levendig mijn eerste avond op Engelse bodem herinneren. Na inchecken bij de jeugdherberg te Dover gingen we nog even het stadje in en daar overviel me zo’n vreemde serie gevoelens bij het zien van de straten met historische huizen, antieke winkelnaamborden met prachtige handgeschilderde letters en een zeer oud natuurstenen kerkje achter een heg dat ik niet wist wat ik moest doen. Ik ben toen met mijn gloednieuwe Pentax spiegelreflex camera allerlei geweldig vormgegeven Georgian en Regency voordeuren gaan fotograferen. Mijn toenmalige vriendin moet wel hebben gedacht dat ik een tik van de molen had gekregen, maar ik wist gewoon niet wat ik met deze historische sensatie aanmoest.
Het gaat in deze blogs dus over eigen ervaringen met middeleeuwse en andere historische zaken in en om Dordrecht. Maar ik laat het daar niet bij, want ik probeer wel die sensatie in zijn bijbehorende context te plaatsen. Niet zelden zal die ook een paar clichés of vooroordelen oplossen, want met subjectieve gevoelens sluipen natuurlijk ook valse emoties en daarop gebaseerde wensbeelden over ‘vroeger’ naar binnen. Ik ben geen liefhebber van nostalgie, dus er zal af en toe even een pijnlijk momentje zijn. U bent gewaarschuwd.
Wordt vervolgd