Gaan we weer…

Ik word er soms behoorlijk moedeloos van. In oktober en november 2016 heb ik in dit blog aangetoond dat hier volkomen verkeerd tegen de vergadering van de Staten van Holland die van 19 tot 23 juli 1572 in Dordrecht werd gehouden op verzoek van prins Willem van Oranje wordt aangekeken. Hij wordt hier de Eerste Vrije Staten Vergadering genoemd waar zo’n beetje ons vrije, tolerante Nederland ontstond zoals men maar blijft beweren. Niks eenheid, niks vrijheid, niks tolerantie: hij had gewoon dringend geld nodig om een inval in de zuidelijke Nederlanden te doen en wilde hier bepaalde zaken geregeld hebben als de hertog van Alva, die al in het zuiden huis hield, naar Holland zou komen. Hier, maar ook elders, hadden namelijk de meeste steden zich aangesloten bij een opstand tegen de koning, of eigenlijk: tegen zijn plaatsvervanger Alva. Hij zou dat gedrag flink komen afstraffen, daar kon je donder op zeggen. Dat gebeurde dan ook (Mechelen, Zutphen, Naarden, Haarlem), tot de steden zich één voor één vrij gingen vechten (Alkmaar, Leiden). Er was dus geen sprake van dat Nederland (welk begrip nog lang niet bestond) zich in 1572 als zelfstandig land ging profileren. Dat duurde nog minstens 350 jaar.

Één van de laatste punten uit de notulen van die vergadering was dat men het katholiek gebleven deel van de bevolking (en dat was een heel groot deel…) niet lastig mocht vallen en hen niet mocht storen in het uitoefenen van hun religie. Ze moesten getolereerd worden, tenzij ze natuurlijk met de Spanjaarden zouden gaan heulen tegen de protestanten. Een echte beslissing hierover kon nog niet genomen worden; dat kon alleen de Staten Generaal, het vertegenwoordigingsorgaan van alle provincies. Het was dus niet meer dan een punt van aandacht; er werd niks geregeld. Hoewel dat later wel is geprobeerd (in Utrecht, Atrecht en Gent) is er nooit wat van terecht gekomen, want de Calvinistische dominees die het in de Republiek (die na 1581 zou ontstaan), maar met name in Holland en Zeeland voor het zeggen hadden, wilden de katholieken gewoon verbieden. Hoezo godsdienstvrijheid? Een samenvatting van de 7 blogs over dit ontwerp vindt u hier.

Toch wordt in het museum in het Hof dit allemaal onder de noemer van het ontstaan van ons land en van onze spreekwoordelijke vrijheid van meningsuiting beweerd. Sinds Koningsdag 2015 wordt er dan ook jaarlijks aandacht aan besteed, zoöok in 2019.

Zo kondigde ook bioscoop The Movies het aan:

Dordrecht viert en herdenkt 19 juli 1572 (moet waarschijnlijk 2019 zijn), de eerste Vrije Statenvergadering. Dit cruciale moment in onze geschiedenis vond plaats in onze stad. Willem van Oranje smeedde eenheid in de vrijheidsstrijd tegen de Spaanse bezetter en hij liet godsdienstvrijheid vast leggen.

Ik heb in mijn blog ook aangetoond dat dit niet de eerste ‘vrije’ statenvergadering was; de Staten van Holland waren al eerder in de eeuw samengekomen zonder dat de vorst of zijn stadhouder hen daarvoor op had geroepen. Op eigen houtje dus; omdat ze dat nodig vonden. Zoöok nu. Bovendien had Willem van Oranje, als stadhouder, het recht om hen op te roepen tot een vergadering. De koning had hem wel afgezet en iemand anders aangesteld, maar dat had hij niet zonder overleg met de Staten mogen doen. De afzetting was dus niet geldig en de vergadering bevestigde dan ook dat hij nog steeds  stadhouder was.

Willem ‘smeedde’ dus geen eenheid. Hij probeerde alleen via zijn vertegenwoordiger Philips van Marnix geld voor zijn veldtocht te regelen, en snel, want hij stond al klaar aan de grens bij Roermond met een leger huurlingen dat betaald moest worden. Bovendien moest ook de landsverdediging geregeld en betaald worden en daar deed hij voorstellen voor. O.a. werd de wrede geus Lumey aangesteld als militair aanvoerder of generaal. Maar dat alles betekende niet dat er nu eenheid ontstond in Holland en aangrenzende gebieden; daarvoor waren al die steden te zelfstandig. Het was al heel wat dat de steden die geen Spaanse bezetting hadden vertegenwoordigers naar Dordrecht stuurden. Ze realiseerden zich blijkbaar wel dat er een gezamenlijk optreden en financieren nodig was (want dat geld kwam er en de rest werd beloofd), maar het was bepaald niet zo dat ze nu zichzelf gingen besturen. De koning van Spanje was altijd nog de hoogste baas,  maar zijn wrede vertegenwoordiger werd niet langer getolereerd. Om zich dat te realiseren hadden ze de prins van Oranje niet nodig.

Uit het blog en mijn samenvatting blijkt dus ook dat die godsdienstvrijheid niet werd ‘vastgelegd’. Willem van Oranje probeerde alleen maar te voorkomen dat katholieken en protestanten elkaar zouden bestrijden en hoopte, als de problemen achter de  rug zouden zijn, dat de Staten Generaal een wettelijk onderbouwde tolerantie voor elkaars godsdienst zou kunnen regelen.  Het is er niet van gekomen. Pas de grondwet van de Bataafse Republiek, de Staatsregeling van 1798, zou er een begin mee maken en natuurlijk is het in de Grondwet van 1848 definitief geregeld.

Aankondiging van het feestje in 2019

Dordrecht staat zich echter nog steeds voor als de stad waar het allemaal gebeurde en dat wordt breed uitgemeten in het museum in het Hof. Dat is dus onterecht: in Dordrecht ontstond geen nieuwe staat, werden de steden en provincies niet vereend in hun strijd tegen de ‘Spanjaarden’ en ging niet de vrijheid van godsdienst, laat staan die van meningsuiting, van start. Er is dus niks te vieren. Doe je dat wel dan ben je met geschiedvervalsing bezig. Of je gebruikt tenminste de verkeerde argumenten om een feestje te bouwen.

Dordrecht en de gewetensvrijheid 7

De wens om in ieder geval in Holland godsdienstvrijheid in te voeren was op de EVS verwoord. De prins hoopte dat de 17 Provincies dat punt tot wet zouden maken, als de vijand het land uitgewerkt was. Het is er niet van gekomen. Dordrecht had op 25 juni nog van de geuzen die de stad binnen wilden trekken geëist dat ze geen schade aan kerken, klooster en kapellen of de huizen van katholieke geestelijken mochten toebrengen en geestelijke personen niet lastig mochten vallen. Ook mochten katholieken die het garnizoen van geuzen en het  protestantse stadsbestuur niet zagen zitten, met hun roerende bezittingen, ongehinderd de stad verlaten. De stad zou daar steng op toezien. Er zijn echter sterke aanwijzingen dat al voor de EVS begonnen was de gardiaan van de Minderbroeders en de prior van de Augustijnen gevangen waren genomen. De geuzen marcheerden trouwens na de verkregen toestemming van de stadsbestuurders met 200 man de stad in, gekleed in kazuifels en koorkappen die ze geroofd hadden uit door hen verwoeste kloosters en kapellen, dus hoe betrouwbaar waren ze…

geuzen
De symbolen van de geuzen: de tas, fles en nap waarmee bedelaars bedelden, met de verenigde handen.

De godsdienstvrijheid was in Dordrecht ook na de EVS ver te zoeken. In ieder geval werd na afloop van de vergadering, toen de gedelegeerden naar Rotterdam waren vertrokken (donderdag 24 juli), de kerk van het Augustijnenklooster van beelden en altaren ontdaan. De volgende zondag, 27 juli, vond er de eerste Dordtse protestantse kerkdienst plaats. De vraag is: waarom toen pas? Iedereen gaat ervan uit dat de EVS in de refter van het Augustijnenklooster (zie hierboven) gehouden werd. Dat staat echter niet vast. Er is maar één bron voor en dat is Matthijs Balen in zijn Beschrijvinge van Dordrecht uit 1677, meer dan 100 jaar later. Hij vertelt er jammer genoeg niet bij hoe hij dat weet. Iedereen heeft daarna voetstoots aangenomen dat het zo was en elkaar nageschreven. Met het gevolg dat al jaren de voormalige refter officieel de Statenzaal heet en het nabij gelegen plein als Statenplein bekend staat. Is het echter waarschijnlijk? Is men niet te veel afgegaan op het feit dat er in zowel het Minderbroeders- als het Augustijnenklooster gedurende de middeleeuwen regelmatig vergaderd werd door gilden en, zeg maar, stedelijke commissies? Maar niet door de  schepenen, de echte magistraten.

stadhuis dorst
Het stadhuis van Dordrecht sinds 1544, zoals het er in de 17e eeuw uitzag. Reconstructie door J. Rutten, 1856, in museum Van Gijn te Dordrecht.

Dordrecht had in 1544 de voormalige Vlaamse (laken)hal als stadhuis in gebruik genomen omdat het oude stadhuis uit 1284 te bouwvallig werd. Dat gebouw bevatte enkele grote vergaderzalen. Daar hoefde men ook niks aan paapse parafernalia te verwijderen. De schout, schepenen en secretaris verbleven dagelijks in dit gebouw en alles was er aanwezig voor het ontvangen van een flink gezelschap van 28, later 29, personen. In Rotterdam en Delft werden de statenvergaderingen ook in de respectievelijke stadhuizen gehouden. Dus waarom vergaderen in de refter, oftewel eetzaal, van een klooster (waar misschien nog monniken aanwezig waren, of waren ze na de binnenkomst van de geuzen al gevlucht?) als je daarvoor geschikte zalen in het stadhuis beschikbaar hebt? Het blijft dus onduidelijk waar die mededeling van Balen op was gebaseerd, maar een logische keuze was die refter, nu dus de Statenzaal genoemd, niet.

Ook uit de Grote Kerk werden in de volgende weken de beelden en altaren verwijderd. Een deel ervan was al door belanghebbenden (families, gilden, priesters) meegenomen en dook later in het buitenland op. Daar hebben we nog het retabel van het Elisabethsaltaar, waaruit het detail van de stad Dordrecht rond 1490 bovenaan dit blog afkomstig is, aan te danken. Begin oktober 1572 werden alle nog in de stad verblijvende geestelijken, monniken,  nonnen en begijnen uit de stad verdreven (behalve de oude en zieke personen, die nog tot hun dood een uitkering van de stad genoten) en werd de kapel buiten de Vuilpoort verwoest. Een kroniekje vertelt dat op 19 oktober nog een mis plaatsvond in de Nieuwkerk, maar dat ’s avonds de geuzen kwamen en er een mini-beeldenstorm hielden. Op 23 november vond in de Grote Kerk de eerste protestantse dienst plaats.

Tijdens de EVS werd dus niet de godsdienstvrijheid in Holland ingevoerd.

kerkschat
Kostbare laat-middeleeuwse miskelken van het type dat veel geroofd werd in de jaren na 1572.

De gedelegeerden, bestaande uit enkele Hollandse edelen en een groep burgemeester en schepenen, hebben erin toegestemd om het punt op de agenda te zetten als er een Staten Generaal vergadering kwam. Dat is in 1579 in Utrecht ook gebeurd, maar in de praktijk werd hij niet ingevoerd. Misschien was de intentie in Dordrecht goed, maar door meer fanatieke protestanten werd er anders over katholieken, en zeker over katholieke geestelijken, gedacht. Nog voor de EVS begon werden ze al vervolgd, en in andere plaatsen dan Dordrecht, gemarteld en vermoord. Het duurde niet lang voor ze volledig werden verdreven en voor hun kerken in beslag werden genomen door de volgelingen van de nieuwe religie. Altaren en beelden werden verwijderd of vernield, kostbaarheden werden geroofd of verkocht om geld voor de landsverdediging te verzamelen en het onroerend goed van de kerken werd door de staat gevorderd.

Het staat ook in de notulen van de EVS dat de geestelijke instellingen, gilden en broederschappen hun goud en zilver in zouden moeten leveren voor de oorlogsinspanning:

Ende voerts het goudt ende zilver van den kercken cloesteren en andere lichamen oft collegien zulcx hebbende meer tot chiragie dan tot nodicheyt.

Dus als het meer sieraad was dan nuttig. De vraag is natuurlijk in hoeverre deze katholieke instellingen vrijwillig mee zouden werken aan een oorlog tegen hun beschermers, de Spaanse koning en Alva. Men zag de bui natuurlijk al hangen en trouwe katholieken en geestelijken verwijderden en verborgen zelf al veel kostbaarheden. Het hoeft ons dan ook niet te verwonderen dat de rest door de geuzen, maar ook door de stedelijke, en dus nu protestante, magistraten in beslag werd genomen.  Inclusief de nuttige voorwerpen. En dat zonder “behoorlicke inventaris ende recepisse” (inventarisatie en reçu’s) zoals was beloofd. Min of meer geroofd dus. En dat had nog de nodige gevolgen voor de Dordtse samenleving.

Zoals Herman van Duinen al schreef:

Door het schenden van die vrijheid was de sfeer in Dordrecht in de jaren na de vergadering anti-Oranje en heulden magistraten met de Spanjaarden.

Dat vertellen de Dordtse cultuurbobo’s u echter niet. Maar het is wel de echte geschiedenis. En die wordt op deze manier willens en wetens behoorlijk veel geweld aangedaan. Als u wilt weten hoe dat na juli 1572 ging kunt u het best het artikel van Van Duinen lezen; het gaat een beetje te ver dit hier nog verder te behandelen.

In het museum en op de website ervan staat dus te lezen:

Ieder mens heeft gewetensvrijheid, is vrij om te geloven wat hij wil. Dat is een van de uitkomsten van de Eerste Vrije Statenvergadering.

Nee, dat is het niet. Ik hoop dat ik dat hiervoor voldoende duidelijk heb gemaakt.

Ik wil met het volgende en laatste blog in deze serie nog aandacht besteden aan waar de EVS wel over ging en waarom, dus abonneert u allen voor zover dat nog niet het geval was.

Wordt vervolgd

Dordrecht en de gewetensvrijheid 5

godsdienstvrijheid

Collega Van Duinen schreef in de samenvatting van zijn artikel uit 2013 dat de prins ook nog godsdienstvrijheid ‘gelastte’. Dat idee was al heel lang in de hoofden van de Dordtse cultuurbobo’s aanwezig en wordt nog steeds, zoals u in deel  1 van dit blog hebt kunnen lezen, breed uitgedragen. Gelastte Willem van Oranje dat echt? In de instructie die Marnix mee kreeg wordt helemaal niet gesproken over godsdienstvrijheid. In artikel 24, het allerlaatste, staat alleen:

Sal oick met hen verhandelen hoe men op het alderbeste ende bequaemste sal moegen met den geestelickheyt ende anderen, dye sich van deze zaecke openbaer vianden vercleert hebben, sal moegen handelen, soo wel aengaende hare goederen als de personen.

augustijn
Afbeelding van een Augustijner broeder in koorhabijt, ca 1600.

Er moest op de Statenvergadering dus ook over gesproken worden over hoe men met (katholieke) geestelijken en anderen die zich openlijk vijandig gedroegen moest (onder)handelen over zowel hun goederen als hun persoon. Met andere woorden: in beslagname of niet van hun goederen en het gevangen zetten of vrij laten van henzelf. Dat duidt niet echt op een van tevoren geplande vrijheid van godsdienst voor iedereen, zeker niet als de katholieken zich vijandig zouden gedragen. Er moest gewoon nog over nagedacht en gepraat worden.

In de notulen van de Statenvergadering komt echter wél een tekst voor die Marnix van de prins aan de Hollanders moest overbrengen. Die staat bijna aan het eind ervan, als het over de tweede vergaderdag gaat. Hij komt ná een voorstel om aan Denemarken te schrijven dat ze beter niet met Amsterdam, dat de koning trouw was gebleven, handel moesten drijven, maar daarvoor beter naar de Westfriese steden of Rotterdam konden varen. En hij staat vóór een besluit over de kosten voor de verdediging van het land, zoals de bevrijding van de rivieren en wegen, het onderhoud van kastelen en forten en de onkosten voor het onderhoud van soldaten etc. die al gedaan zijn en nog gedaan zullen worden door de steden en het platteland van Holland zullen worden gedragen uit de contributie (belastingen) zoals daarna zou worden geregeld. De tekst lijkt er een beetje tussen gefrommeld, zo van: oh, ja, er was ook nog iets over godsdienstvrijheid… Zo ging het natuurlijk niet, maar het komt over alsof de prins mondeling heeft opgedragen ook daar nog wat over te zeggen.

Letterlijk staat er:

Voerts heeft de voorsz. heere gecommitteerde (Marnix) verclaert d’intentie van zyne V.G. (de prins) te wesen dat gehouden zal worden vryheyt der religien zoe wel der gereformeerde als der roemsche religie, en(de) dat een yegelick Inden zynen Int openbaer en(de) in eenige kercken ofte capellen (zoodat gevouchelicste byde overicheyt zal geord(ineert) worden) zal gebruycken vrye exercitie der zelver zonder dat daer Inne yemant Empeschement hinder ofte moeyenisse gedaen zal worden. Ende dat de geestel(icke) personen in haeren staet en(de) onbecommert blyven zullen. Ten ware zyl(uyden) hem verthoenden vianden ofte hem mishandelden tegens tgundt voersz. is. Ende dit al ter tyt en wyle dat by advys van(de) gemeen generalen staten der lande van herwaerts overe anders zal zyn geord(eyt), welcker zyner V.G. intentie voersz. gedeputeerden in als hem geconfromeert hebben.

minderbroeder
Afbeelding van een Minderbroeder of Franciscaanse broeder, periode onbekend.

Bovenaan deze pagina kunt u de letterlijke tekst uit de notulen zien. De prins liet dus via Marnix weten dat (als hij inderdaad weer wordt erkend als stadhouder van Holland, etc.) het de bedoeling was dat er vrijheid van godsdienst zou heersen voor zowel protestanten als katholieken. Iedereen zou die in het openbaar of in kerken of kapellen ongehinderd mogen belijden, al moest dat besluit nog wel door de overheid vastgesteld worden.  Geestelijken zouden hun werk ook ongehinderd moeten kunnen doen. Maar als men zich vijandig opstelde en iemand mishandelde, zou dat ingaan dat tegen het nog vast te stellen advies van de Staten Generaal (dus die van alle provincies, inclusief de zuidelijke)van deze landen. Dat laatste was dus een iets  uitgebreidere versie van artikel 24 uit de Instructie van Marnix. Het punt van vrijheid om je eigen religie te belijden was nieuw.

unie van utrecht
De laatste pagina van de Unie van Utrecht uit 1579 met de handtekeningen van de afgevaardigden uit de zeven Nederlandse provincies.

De gedeputeerden (steden en adel op de vergadering) hebben daarin toegestemd. Met andere woorden: het gebod was  er nog niet, maar als het vastgelegd zou worden door alle provincies, en dus niet alleen Holland, dan zou die godsdienstvrijheid ingevoerd worden. En dan zouden er sancties op overtredingen ervan komen te staan. Het was dus nog lang niet zover en het zou ook nooit zover komen. In de Unie van Utrecht in 1579, die door Holland, Zeeland, Utrecht, Gelre (maar gedeeltelijk onwettig), Friesland, Groningen en ommelanden en enkele Vlaamse en Brabantse steden ondertekend werd, staat een artikel over godsdienstvrijheid. Het luidt:

 …dat men niemandt ter cause van de Religie sal moghen achterhalen ofte ondersoecken.

Oftewel: dat men niemand mag vervolgen vanwege zijn religieuze opvattingen.

bataafse republiek
Het symbool van de Bataafse Republiek: de vrijheidsmaagd met de Nederlandse statenleeuw.

In de praktijk kwam het erop neer dat de protestantse de officiële kerk werd en dat de katholieken gedoogd werden. Bovendien werden ze zo’n beetje als tweederangs burgers behandeld en zaten overheidsbanen er niet voor ze in  En zo bleef het tot 1798 toen in de grondwet van de Bataafse Republiek inderdaad een artikel over godsdienstvrijheid opgenomen werd.

Het was dus een persoonlijk verzoek van de prins aan de Staten van Holland om dat artikel, met alle andere maatregelen, ook op de agenda te zetten als er een algemene Statenvergadering zou komen. Duidelijk geen bevel. Het was voor de gedeputeerden ook makkelijk met die intentie in te stemmen, want het echte besluit zou pas (veel) later genomen worden. De vergadering  ging over geld om oorlog te kunnen voeren. Wat er dan met goedbedoelde intenties kan gebeuren is maar al te bekend.

Wordt vervolgd