Dordrecht en de gewetensvrijheid 8

Dit laatste en langste blog van de serie is vooral een samenvatting van de eerdere blogs, maar ook een uitleg waarom die EVS nodig was en wat er besloten werd. En waarom Dordrecht pronkt met veren die niet eens bestaan. We moeten daarom maar eens stoppen met het de ‘eerste  vrije’ statenvergadering te noemen.

Na het mislukken van een aanval op de legers van Alva die de 17 provincies hadden bezet in 1568, trokken Willem van Oranje, als aanvoerder van die aanval, en zijn broer Lodewijk zich terug. De strijd tegen de Spaanse overheersing ging ondergronds echter door.  De anti-Spaanse propaganda werd een tandje hoger gezet, de geuzen, te water en te land, voerden een guerilla-oorlog tegen katholieke geestelijken en magistraten en de prins probeerde vanuit Duitsland een nieuw leger op de been te brengen. Het probleem was dat hij failliet was en zonder geld kon hij niets uitrichten. Vandaar dat hij al snel begon de steden en edelen van de Lage Landen te bewerken om hem geld te sturen.

alva moordt
Protestprent: Alva vermoordt de inwoners van de Nederlanden. Gravure, anoniem 1572.

Vooral toen de vervolgingen van protestanten erger werden, de inkwartieringen van Spaanse soldaten begonnen te drukken en zeker nadat Alva nieuwe belastingen had bevolen, waaronder de tiende penning op de verkoop van roerend goed (een soort BTW), werd het verzet steeds heviger. Hugo de Groot, die van de boekenkist, zou later zeggen:

Het Hollandse volk keek onbewogen toe hoe zijn burgers werden verbrand, zijn edelen onthoofd en zijn privileges en costumen verkracht, maar stond op toen iemand een aanslag op zijn beurs deed (uit De Graaf, Oorlog, mijn arme schapen, p. 158).

Er kwam, zoals men zegt, steeds meer draagvlak voor een een opstand tegen de Spaanse bezetting en die zou op 1 april 1572 met de inname van Brielle van start gaan.

carolusgulden
De zilveren Carolusgulden van 20 stuivers. Algemeen betaalmiddel in de 16e eeuw.

Inmiddels was de prins van Oranje dus naarstig bezig geld in te zamelen. Tientallen van zijn bodes, dikwijls halve spionnen, reden door de Nederlanden, Duitsland en Frankrijk (waar de Hugenoten op zijn hand waren) en bedelden bij edelen en steden om geld. Tussen 1570 en 1572 zijn dan ook honderden bedragen, van een paar honderd tot duizenden guldens, marken en ponden naar de Dillenburg vervoerd. Hiermee kon hij een begin maken met het ronselen van huurtroepen. In april was hij echter nog lang niet zover. Vandaar dat de inname van Brielle en de daaropvolgende golf steden die naar hem overliepen zo’n verrassing was. Hij kreeg hoop op een volksbeweging die hem in staat zou stellen een inval te doen. Evenals broer Lodewijk die dat met hulp van Franse Hugenoten zou doen en zijn zwager Willem van den Bergh die Oost-Nederland zou binnenvallen.

spaanse soldaten
Ingekleurde gravure van Spaanse soldaten uit het begin van de opstand. Anoniem, ca 1570.

Het bedelen om geld werd nog verder opgevoerd in mei en juni. Toen stadhouder Bossu de Staten van Holland, waar de opstand het verst reikte, voor 15 juli bij elkaar riep in Den Haag, konden ze niet meer terug. Ze moesten zelf een beslissing nemen. Al of niet onder invloed van de prins besloten ze op eigen houtje  bij elkaar te komen, dat was per slot van rekening eerder gebeurd. De situatie was zo ernstig dat deze nood wetten brak. Te meer omdat ze konden verwachten dat Alva, die in het zuiden bezig was, het er niet bij zou laten zitten nu ze zo opvallend in opstand waren gekomen. Er moest voor een landsverdediging gezorgd worden en daar was geld voor nodig. Er moesten wettige besluiten worden genomen over hoe alles  geregeld moest worden: dat was immers hun taak? Gouda, de eerste keus (de archieven van de Staten werden er bewaard), verwees naar Dordrecht als eerste stad van Holland en die begon op 3 juli de vergadering te organiseren.

schrikbewind
Nog een allegorie op het schrikbewind van Alva. Anonieme gravure, 1569.

Willem van Oranje was op de hoogte van de toekomstige vergadering en stuurde mensen met instructies naar Holland (7 juli) en later, toen de datum bekend was, op 13 juli zijn vriend Filips van Marnix, met een nieuwe en uitgebreidere instructie. Daaruit blijkt dat het de prins menens was, maar dan wilde hij wel dat iedereen hem officieel [tussen 1 april en 15 juli hadden 15 Hollandse steden individueel al voor hem gekozen] erkende als de wettige stadhouder van Holland (en Zeeland, Utrecht en Friesland), wat hij voor 1568 ook geweest was. Er was nooit overleg geweest met de Staten om hem af te zetten en daarom zat Bossu volkomen rechteloos op zijn plek. Niet overleggen met de Staten ging volledig in tegen de beloften die de, toen toekomstige, koning Filips II in 1549-50 had gedaan. Alva trok zich ook niets aan van de privileges van de Staten Generaal en de diverse steden en handelde ook bij het verbranden van ketters, het onderdrukken van steden en dorpen en het invoeren van belastingen zonder enig overleg. Dat tegen de beloften van de koning ingaan was in de instructie ook de belangrijkste reden om het tirannieke bewind van de hertog en zijn troepen af te keuren en ertegen in opstand te komen.

lumey in kleur
Kleurenafbeelding van Willem van der Marck, heer van Lumey, door Dirck van Catwijck in de kroniek van de familie Van Wassenaar, 16e eeuw, Nationaal Archief.

Er staat ook in de instructie wat er aan praktische zaken geregeld en betaald moesten worden, maar vooral vroeg hij om veel geld voor zijn leger. En dat moest snel bij hem gebracht worden. Bovendien moest men beloven dat er ook voor de komende drie maanden het nodige aan soldij voor de troepen zou komen, want anders zou hij ze niet in de hand kunnen houden. Ondanks dat er dan een generaal in Holland zou zijn, die als zijn vervanger zou fungeren: Lumey. Of die ook gelijk maar geïnstalleerd zou kunnen worden.

De in Dordrecht bij elkaar gekomen ‘gedeputeerden’ uit de adel en de steden erkenden dat de prins nog steeds hun stadhouder was en keurden een bedrag goed van 100.000 kronen ineens en de belofte van nog eens 500.000 wat maanden later. Hiervoor zou kerk- en kloosterzilver en –goud niet ontzien worden, maar ook rijke kooplieden en de steden zelf zouden diep in de beurs moeten tasten. Lumey werd inderdaad tot militair gouverneur van Holland benoemd. Hij kreeg wel een commissie naast zich die erop zou letten dat hij die taak naar behoren zou uitvoeren. Verder werden maatregelen genomen om de verdediging van het land op orde te brengen. De kosten daarvoor zouden uit de gewone belastingen betaald worden. Verder zou contact opgenomen worden met de Staten van de andere provincies om tot een gezamenlijke aanpak tegen Alva te komen.

Als laatste melden de notulen dat de prins graag zag dat de vrijheid van godsdienst gehandhaafd zou worden, maar dat daar pas door de Staten Generaal echt over beslist zou kunnen worden. Dat is het.

don fadrique
Don Fadrique Alvarez de Toledo, zoon van de hertog van Alva. Portret uit ca 1575-80, waarschijnlijk door een Vlaamse schilder.

Het leger van de prins liep in september echter vast in Henegouwen, zijn broer moest de hulp van de Franse Hugenoten ontberen omdat hun leiders op één bloederige nacht in augustus uitgemoord werden en de zoon van Alva, Don Fadrique, moordde tussen oktober en december de steden Mechelen, Zutphen en Naarden uit als vergelding voor de opstand. Haarlem werd sinds december belegerd en viel in juli 1573. Voor Alkmaar, dat vanaf augustus van dat jaar belegerd werd, begon 8 oktober de victorie. Ook mislukte het beleg van Leiden: op 3 oktober 1574 werd de stad ontzet. Holland was voor een groot deel bevrijd van de Spanjaarden, maar overal om hen heen was het oorlog. Die zou nog, met een onderbreking van 12 jaar, duren tot 1648.

In Dordrecht werd tussen 19 en 23 juli dus geen nieuwe staat gesticht. Er werd zelfs geen begin mee gemaakt. Een aanzet tot een democratisch systeem in Nederland was het al helemaal niet. Het was de voorbereiding op een oorlog, de erkenning van de prins als stadhouder van Holland en een belofte van het geven van heel veel geld voor een militaire actie die gedoemd bleek te mislukken. Er was zelfs geen sprake van het verlaten van het Habsburgse rijk. Pas in 1581 zegde men de gehoorzaamheid aan koning Filips II op, iets dat men in 1572 echt nog niet aan had zien komen. En hoewel Willem van Oranje graag had gezien dat iedereen de godsdienstoefeningen kon volgen die hij wilde, torpedeerde de fanatiekere protestanten die goede intentie nog voor de EVS goed en wel was begonnen.

plakkaat
Titelpagina van het Placcaert van Verlatinghe, 1581.

Daarna ging men daar onverdroten mee door. Zelfs een door een deel van de Generale Staten in 1579 genomen besluit om andersgelovigen niet te hinderen en vervolgen bleek in de praktijk niet te lukken. Godsdienstvrijheid is de vrijheid om ongehinderd deel te nemen aan een openbare kerkelijke bijeenkomst: dat zagen de protestanten, met name de strenge Calvinisten, niet zitten.  Religievrede is het in alle vrede naast elkaar tolereren van verschillende godsdiensten, iets dat minder fanatieke mensen nastreefden, maar dat in de praktijk ook onmogelijk bleek. Gewetensvrijheid is de vrijheid van iedereen om te geloven dat wat hij/zij wil: daar was Willem van Oranje een groot voorstander van. Hij geloofde niet dat een koning over het geweten van zijn onderdanen kon heersen. Koning Filips geloofde dat wel. Hij stuurde Alva en een enorm leger om dat af te dwingen. Hoewel er toen en later genoeg mensen in de Nederlanden waren die vóór gewetensvrijheid waren, heeft het nog honderden jaren geduurd voor dat in de grondwet kon worden vastgelegd.

Vrijheid van religie en godsdienst zijn door de EVS van 1572 niet in de Nederlanden ingevoerd. Het was een vergadering van maar één van de 17 provincies en de deelnemers hadden niet eens de bevoegdheden om dat te kunnen doordrijven. En net zoals een koning niet over het geweten van zijn onderdanen kan heersen, kunnen edelen en stadsbestuurders dat niet voor hun boeren en burgers. In Dordrecht is dus in 1572 niet zoiets als gewetensvrijheid voor de Nederlanders begonnen. Dat heeft de grondwet van 1848 pas geregeld. Dus als het museum in het Hof schrijft:

Ieder mens heeft gewetensvrijheid, is vrij om te geloven wat hij wil. Dat is een van de uitkomsten van de Eerste Vrije Statenvergadering.

dan is dat een foute bewering. Sterker nog: het is geschiedvervalsing. De EVS heeft niet eens de bedoeling gehad zoiets in te voeren, er waren andere zaken die geregeld moesten worden.

film evs
Scene uit de film over de EVS die in het Hof wordt vertoond. Midden links, Cees Geel die Lumey, speelt, rechts Vincent Linthorst als secretaris Pauli, rechts op de rug gezien René van Zinnicq Bergmann als Marnix. En diverse figuranten als gedeputeerden in hun hemd of met rare wapenrustingen aan en helmen op.

Het bijeenroepen van de Statenvergadering was misschien een rebelse daad, omdat het in het kader van een opstand tegen een uiting van het koninklijke gezag was. De Staten zagen de prins van Oranje echter nog steeds als hun wettige stadhouder en ze wisten dat hij bezig was om hen te helpen, dus vergaderen was verantwoord. Bovendien waren ze  al meerdere keren eerder zonder opdracht van landvoogd of stadhouder bij elkaar gekomen. Het was dus geen ‘eerste vrije’ statenvergadering, maar een noodzakelijk gebeuren om orde op zaken te stellen. Laten we voortaan dus dat ‘eerste’ en ‘vrije’ maar weglaten, zoals in andere steden, als Delft, ook gebeurt en zoals historici dat doen, die ‘vrije’ al jaren tussen aanhalingstekens zetten. Het is gewoon de statenvergadering van juli 1572 in Dordrecht, Rotterdam en Delft, meer niet. En dan zonder hoofdletters.

Dordrecht en de gewetensvrijheid 3

Ik ga verder met de behandeling van punten die uit de zogenaamde eerste vrije statenvergadering zouden zijn gekomen. In het museum in het Hof te Dordrecht kun je op een film zien hoe men dacht dat het er toen aan toeging. Zie hierboven.

Bij punten 2 en 3 uit de in het vorige blog gepubliceerde samenvatting van het artikel van Herman van Duinen kunnen nog wel kanttekeningen geplaatst worden. Het gaat dus om:

2 De statenvergadering van 1572 werd op last van Willem van Oranje samengeroepen.

3 Hoewel de prins godsdienstvrijheid gelastte werd die niet ingevoerd.

marnix
Portret van Marnix door Jacob de Gheyn uit 1599. Dat is dus 27 jaar na dato, toen ze inderdaad zulke kragen droegen; in 1572 was dat nog niet het geval. Maar vroegere portretten bestaan er niet van hem.

Daarvoor moet je naar de bronnen,  want wat hier staat zou daarop gebaseerd moeten zijn. De belangrijkste zijn natuurlijk de instructie die Filips van Marnix, heer van Sint Aldegonde, van Willem van Oranje meekreeg voor de statenvergadering en de notulen van diezelfde vergadering. Gelukkig zijn beide bewaard gebleven: de eerste in kopie en de tweede in het Nationaal Archief. De instructie staat in moderne tekstletter gewoon op internet.

Voor de notulen moet je wat meer moeite doen, al staan de scans van de originelen in de databank van het Nationaal Archief (doorklikken voor de scans). Alleen is het zestiende-eeuwse schrift voor een leek moeilijk te lezen.

logo rad
Logo van het Regionaal Archief van Dordrecht. De studiezaal zit naast het museum in het Hof.

Gelukkig bestaat daar ook een versie van in moderne tekstletter, maar daarvoor moest ik wel naar het regionaal archief in Dordrecht. Omdat ik nou wel eens wilde weten wat  er nou eigenlijk in stond heb ik die transcriptie (letterlijk weergave van de tekst) opgevraagd en laten kopiëren.  Beide bronnen vergelijken is dan bijzonder verhelderend.

De genoemde instructie is door de prins zelf aan zijn secretaris, Nicolaes Bruyninck, gedicteerd en ook door hemzelf ondertekend. Dat wordt in ieder geval op de bewaarde kopie, misschien uit het eigen archief van de prins, geschreven. We mogen ervan uitgaan dat het een betrouwbare bron is. Dat wordt gedeeltelijk bevestigd door de notulen van de EVS die melden dat de artikelen van de instructie op de tweede vergaderdag (20 juli) aan de orde komen. Het zou verder wel heel cynisch zijn om aan echtheid van de notulen te twijfelen; ze zien eruit of ze ter plekke, of in ieder geval kort erna, uit de originele notities zijn samengesteld.

Kwam die EVS echt op last van de prins bij elkaar? Dat is de vraag. De instructie bestaat uit 24 artikelen die Marnix aan de Staten moest overbrengen. In het eerste staat letterlijk:

In den eersten: nademael de staten ende gecommitteerde der omliggende steden in de stadt van Dordrecht tegen den XVden des maents July bescheyden ende verschreven voirgenomen hebben te verhandelen van de gemeyne regeringe des Landts, soo sal de voergen(oemde). gecommitteerde (dit is Filips van Marnix) van weegen zijne V.G. (Vorstelijke Genade: beleefdheidstitel voor een prins) bij hem aenhouden, dat zij eensamer ende gelijcker handt besluyten te bekennen sijne V.G. voer den generalen gouverneur ende lieutenant des Conincx, over Hollandt, Zeelandt, Vrieslandt ende Sticht van Vuytrecht alzoo hij te voeren geweest, ende daer toe van de Co. Mat. (Conincklijcke Maiesteyt: de koning) wettelijck ende behoerlijck is gecommitteert geweest, sonder dat naederhandt eenyge wettelijcke ende der costumen ende rechten des landts gelijckformighe afstellinge oft veranderinge sy naegevolght.

Hier staat duidelijk dat de Staten van Holland (dat zijn de steden en de adel, die het platteland vertegenwoordigen, als belangrijkste grondbezitters daar) zich hebben voorgenomen op 15 juli 1572 te Dordrecht bij elkaar te komen. De prins heeft het er niet over dat hij ze dat heeft opgedragen. “Op last van Willem van Oranje” lijkt dus niet te kloppen.

alva
De hertog van Alva, geschilderd door Titiaan, ca 1575.

Er blijkt ook uit dat hij wel degelijk dacht dat recht te hebben, want hij vraagt in dat eerste artikel dat de Staten hem als stadhouder (letterlijk koninklijk vertegenwoordiger en legeraanvoerder), dat hij sinds 1559 was geweest, erkennen. De koning had hem zelf als zodanig aangesteld en hij was sindsdien nooit wettelijk ontslagen uit die functies, al had hij in april 1567 wel zijn ontslag aangeboden aan de koning. Of de koning dat had ontvangen en, zo ja,  erop in was gegaan, is de vraag. Alva was in 1567 op eigen houtje begonnen Holland en de andere provincies te onderdrukken, zonder zich iets aan te trekken van een stadhouder of de Staten.

Die wens was misschien een beetje ‘naïef’ van de prins, want koning Filips zal best aan Alva hebben laten weten dat hij met zijn medeweten en instemming de prins kon laten vervangen en dat hij verder zijn gang kon gaan met mensen die de Spaanse koning trouw waren gebleven. Willem van Oranje was in 1568 wel gewapend in opstand gekomen tegen de harde maatregelen van Alva, maar dat had hij verloren. Voor Spanje had hij daarmee zijn functie verspeeld: dat was hoogverraad. Voor de Staten van Holland was echter het zonder overleg met de Staten ingrijpen in de regering onwettig en zij, en de prins, beschouwden die functie van stadhouder nog steeds als in handen van Oranje. Maar hij moest wel weten of de Staten hem daarin steunden.

17 provincies
Modern kaartje van de 17 Nederlanden, zoals ze er in 1559 bij lagen. Overgenomen uit http://www.ppsimons.nl/stamboom/17provincien1559.htm.

Het gaat hier dus over Holland. Er is geen sprake van de Nederlanden, de Zeventien Provinciën (inclusief een groot stuk van wat nu België is), zoals ze onder Karel V, de vader van Filips II, genoemd werden. Elk van die provincies had zijn eigen regering van steden en adel, de Staten, met een stadhouder aan het hoofd, zijn eigen rekenkamer voor de belastingen en zijn eigen hoog gerechtshof. En allemaal hadden ze hun eigen privileges. Bovendien hadden de erin gelegen steden zelf ook nog eens de nodige eigen privileges. Het waren eigenlijk allemaal kleine landjes, waarin de steden zich als nog kleinere onafhankelijke landjes binnen de provincie gedroegen. Eerdere vorsten hadden geprobeerd dat allemaal te centraliseren, maar dat lukte eigenlijk nooit echt. Willem van Oranje was dus, zoals hij schrijft, naast stadhouder van Holland, dat ook van Zeeland, Friesland en Utrecht. Maar hier gaat het duidelijk alleen over Holland (het gebied van het huidige Noord- en Zuid-Holland) en niet over Nederland. Laat staan dat de gevolgen van die EVS te Dordrecht voor heel Nederland zouden gelden.

Wordt vervolgd

Dordrecht en de gewetensvrijheid 2

prinsenhof

Voor ik de bronnen voor de Eerste Vrije Statenvergadering (EVS) voor u ga behandelen, laat ik u even de samenvatting van de gebeurtenissen door Herman van Duinen lezen. Die is in de basis volkomen correct, en dat zou mensen aan het denken hebben moeten zetten, maar ik heb er nog enkele toevoegingen op en ook wat nuanceringen. Dat is nou precies van historici doen: ergens nog eens goed naar kijken en dan kom je soms toch tot wat nieuwe inzichten.

Vorig jaar juli (2015) bezocht ik het vernieuwde museum Prinsenhof in Delft (zie hierboven). Het is mooi geworden; ik kan het iedereen aanraden. In tegenstelling tot de vorige inrichting begint het nu echter niet meer met de middeleeuwen, maar juist met die opstand tegen de Spanjaarden in de zestiende eeuw, die uitliep in een 80 jaar durende oorlog. Het hoogtepunt is natuurlijk de plek in dat voormalige klooster waar de kogelgaten zitten die achterbleven na de moord op Willem van Oranje in 1584.

kogelgaten
De ingelijste kogelgaten bij een trap in het Prinsenhof, het voormalige Agathaklooster, te Delft.

Maar hoe ik ook zocht: nergens was iets te vinden over die EVS. Die was namelijk nadat Rotterdam en Delft midden juli door de Spanjaarden waren verlaten de dagen na 23 juli naar eerst Rotterdam en daarna Delft verhuisd. Maar: niks! Natuurlijk ben ik mediëvist, en houd ik me niet zo met de 80-jarige oorlog bezig, maar ik weet er toch voldoende van om dat vreemd te vinden. Of was hier wat anders aan de hand? Klopt Dordrecht het belang van de EVS soms wat te veel op en vinden ze het in Delft helemaal niet zo’n belangrijke gebeurtenis.

Natuurlijk kende ik inmiddels het artikel van Herman van Duinen al, en had hem laten weten dat ik het er helemaal mee eens was, en had met kromme tenen het gedoe op Koningsdag 2015 aangezien. Maar wat als Dordrecht, en het museum, het nou eens bij het verkeerde eind hebben en die EVS helemaal niet zo’n rebelse daad was en de uitkomsten helemaal niet zo verreikend waren?  En zo is het inderdaad… Van Duinen heeft de argumenten al op een rijtje gezet:

In 1572 ontstond er geen onafhankelijk Nederland, er was geen sprake van een natie of nationalisme. In 1588 ontstond de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden waarin de grote steden een flinke mate van zelfbestuur kenden. Pas de Bataafse Republiek (1795-1806) was een eenheidsstaat met een democratisch karakter. Modern Nederland ontstond voorzichtig in 1813 met het aantreden van Willem I als soeverein vorst. Pas na de officiële afscheiding van België in 1839 ontstond het echte moderne Nederland op het huidige grondgebied. Pas in 1922, met het kiesrecht voor alle burgers, ontstond hier een democratie.

De statenvergadering van 1572 werd op last van Willem van Oranje samengeroepen en besluiten werden er in opdracht van de prins genomen. De keuze voor Dordrecht werd uit nood geboren en toen de Spaanse bezetting in de andere steden werd opgeheven verplaatste de vergadering zich eerst naar Rotterdam en daarna naar Delft.

Hoewel de prins godsdienstvrijheid gelastte werd die niet ingevoerd. Het Augustijnenklooster werd gevorderd, de kerk en de Grote Kerk van altaren en beelden ontdaan en in de Nieuwkerk werd een minibeeldenstorm gehouden.

Door het schenden van die vrijheid was de sfeer in Dordrecht in de jaren na de vergadering anti-Oranje en heulden magistraten met de Spanjaarden.

Tussen 1572 en 1581, bij het afzweren van Filips II, werd niet gedacht aan een onafhankelijk Nederland zonder vorst. De bedoeling was dat Noord en Zuid samen zouden gaan onder een nieuwe vorst. Toen dat dus niet lukte riep men de Republiek uit in de Noordelijke Nederlanden.

Er is geen bewijs dat de statenvergadering in de refter van het Augustijnenklooster werd gehouden. Balen noemt dat in 1677 voor het eerst zonder bewijsmateriaal ervoor te leveren en latere historieschrijvers en historici hebben hem dat nagepraat. De naam Statenzaal is dus gebaseerd op een aanname en zou moeten vervallen.

Punt 1 lijkt me duidelijk. Alle retoriek dat in Dordrecht in 1572 een vrije staat zou zijn begonnen, klopt van geen kanten. Verderop zal ik laten zien dat er in die EVS ook helemaal niet aan gedacht werd: men wilde gewoon van de Spaanse overheersing van Alva en zijn leger af. Er was geen sprake van het verlaten van het Habsburgse rijk. Filips II was hun koning en bleef dat.

filips II
Portret van koning Filips II in ca 1560 door Anthonie Mor van Dashorst.

Wat hem wel kwalijk werd genomen is dat hij zijn belofte dat hij in alles en over alles met de Staten zou onderhandelen niet hield. Dat had hij in 1549-50 als kroonprins, voor hij weer naar Spanje vertrok, voor alle Staten van de 17 Provinciën gezworen. Ze gaven toe dat hij dat niet zelf deed, maar dat de door hem gestuurde hertog van Alva die belofte wel met voeten trad. En dat kon niet. Sinds de Bourgondische tijd hadden diverse vorsten daarmee te maken gehad; de steden en de edelen niet inschakelen in de politiek was niet aan de orde in de Lage Landen. Wel was er protest tegen de vervolging van protestanten in naam van de koning, maar dat feit ophangen aan de Spaanse tirannie werd pas later een belangrijk punt.

Wordt vervolgd