Ik zit de laatste tijd met mijn hoofd diep in de dertiende eeuw en merk eigenlijk weinig op van wat er zich rondom me heen afspeelt. Het heeft ervoor gezorgd dat ik mijn Apud Thuredrech blog niet meer kan bijhouden, want de tijd ontbreekt me gewoon. Toch werd ik afgelopen week, woensdag 17 januari 2018, ruw uit mijn historische isolement gerukt. Op pagina 4 van het lokale huis-aan-huisblad De stem van Dordt (ik noem het Ons Sufferdje) knalde namelijk een kop op me af die me even deed schrikken. Er stond, inclusief de aanhalingstekens, namelijk:
‘Geef Joodse historie terug aan Dordt’
Daar keek ik toch wel even van op. Wanneer en hoe was Dordrecht zijn joodse historie dan kwijtgeraakt? Even niet opgelet? Of had iemand hem meegenomen? En hoe zou je hem dan weer terug moeten krijgen? Dat soort vragen kwam er bij me op.
Het blijkt een uitspraak van ene Eduard Huisman te zijn. Die vette kop wordt direct in de eerste zin van het artikel verduidelijkt:
‘De Joodse geschiedenis in Dordrecht, die driehonderd jaar omvat, willen we (?) weer teruggeven aan de stad. De verloren leegte – vooral door de tweede wereldoorlog – verdient het om aangepakt en weer ingevuld te worden.’
Als ik het goed begrijp wordt hier gesuggereerd dat door het verdwijnen van “circa 100 (moet zijn 285 HtJ) Joodse Dordtenaren”, zoals ook in dit artikel staat, de geschiedenis van deze bevolkingsgroep is uitgewist. Toch staat even verder:
‘In Dordrecht is gelukkig nog iets zichtbaar van Joods cultureel erfgoed: de begraafplaats …. Een plaquette met een plattegrond aan een muur van een flat is de enige (met de begraafplaats dus) herinnering aan de Joodse omgeving van Dordt, die door de tweede wereldoorlog en de sanering van de binnenstad in de jaren zestig van de vorige eeuw werd gesloopt.’
Hij vergeet het Joodse monument aan het Dordtse stadhuis maar even . Over de Joodse gemeente in Dordrecht is trouwens, ook op internet, het nodige terug te vinden. Bovendien worden hier al sinds 2014 de zogenaamde Stolperstenen hier in de trottoirs gelegd, een initiatief van Ary Boogerman, journalist Gert van Engelen, Harriët Hartog, Maarten Heijkoop en historicus Kees Weltevrede. Het zijn er inmiddels al zo’n stuk of 80. Er is zelfs een werkgroep met een eigen website. En op die website kun je niet minder dan 171 Dordtse Joodse verhalen lezen. Daarnaast hebben we sinds 2012 hier notabene een Ivrietkoor Al Naharot dat zeer succesvol Joodse liederen ten gehore brengt en nauw verbonden is met diverse herdenkingen. Dus: hoezo verdwenen Joodse geschiedenis? Die is nog wel degelijk te vinden in Dordrecht.
Huisman lijkt het wiel nog eens te willen uitvinden en is bezig in diverse gemeenten een ‘breed overleg’ over dit onderwerp op gang te brengen en wil met ‘mensen die betrokken zijn bij Joods cultureel erfgoed’ afspraken maken. Hij wil Joodse geschiedenis teruggeven aan Dordrecht en de inwoners. Maar dat hoeft toch helemaal niet?
Trouwens: kan je geschiedenis wel teruggeven? Geschiedenis is er gewoon. Hij is niet altijd zichtbaar, maar zijn gevolgen wel. Mensen vergeten hun geschiedenis nogal eens, maar dat wil niet zeggen dat hij verdwijnt. Historie is gewoon niet zo opdringerig, behalve als hij door een bepaald soort mensen voor hun eigen doelen gebruikt wordt. Dan wordt er luidkeels beweerd dat iets in het verleden mis is gegaan en dat we er hier en nu wat aan moeten doen, wat natuurlijk helemaal niet kan. Politieke populisten hebben er een handje van om op die manier historische gebeurtenissen, dikwijls behoorlijk verminkt, voor hun eigen karretje te spannen om aandacht te trekken. Mensen die hun geschiedenis een beetje vergeten zijn en de feiten niet allemaal op een rijtje hebben zijn daar dikwijls nogal van onder de indruk. Ze zijn zelfs bereid om mee te huilen met dat soort volksmenners. Dat vind ik een kwalijke zaak. Mensen hebben recht op verantwoorde, eerlijke voorlichting over het, hun eigen, verleden. Ze horen niet opgepord te worden om onzinnige acties te ondernemen om hun stad een stukje van zijn geschiedenis terug te geven. Onze stad bezit dat verleden al en iedereen die er een beetje moeite voor wil doen kan dat controleren. En er meer over te weten komen.
Het lijkt me dat de heer Huisman, die voor het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK) de Joodse begraafplaatsen in ons land beheert, hier bezig is aan een persoonlijke actie en dat hij zich daarmee nogal opvallend in het spotlight wil zetten. Hij is daarmee in mijn ogen verkeerd bezig; wij kunnen hier zelf onze boontjes wel doppen. De Joodse historie is hier in goede handen en zo levend als in het huidige klimaat maar mogelijk is. Onze Joodse historie is nooit weggeweest. Dat kan ook helemaal niet.
En nu ga ik weer terug naar de dertiende eeuw…