Als er getwijfeld kan worden aan de naamgeving van de Riederwaard, zoals in het vorige blog, is dat dan ook het geval bij de familie Van Riede? Je zou het wel zeggen. In het al meermalen genoemde artikel van Hoek in de Nederlandsche Leeuw staat een stamboompje van de Van Riedes afgedrukt (zie hierboven). Zoals bij middeleeuwse genealogiëen gebruikelijk is zijn de eerste generaties karig bedeeld met jaartallen. Ik heb eerder geschreven dat twee Van Riedes vroeg in de 13e eeuw genoemd worden, maar niemand weet hoe ze bij de latere generaties aansluiten. Ook Hoek sprak zich daar niet over uit, al zette hij Theodericus de Rithe van 1216 en Brun de Riethen/Riden van 1220-1243 onder elkaar zonder de verbindingsstreepjes die een familierelatie aanduiden, maar wel met de suggestie dat het vader en zoon waren. Hij noemde ‘Bruno’ ook zonder meer ‘van Riede’, dus hij geloofde die connectie waarschijnlijk wel. De samenstellers van de genealogie Van Rij(e) op internet waren een stuk zekerder van hun zaak (of naïever…) en voegden zelfs tussenliggende anonieme Van Riedes toe als er te veel ruimte tussen de in de bronnen voorkomende leden van die familie zat.
Hoek reconstrueerde drie takken Van Riedes, maar zelfs bij die van de tweede helft van de 13e eeuw is niet duidelijk hoe die takken aan een enkele stamboom vastzaten. Dus de familierelatie is voor een flink deel gebaseerd op aannames. En dat roept de nodige vragen op. Zoals: zijn die eerste Van Riedes wel echte Van Riedes?
Theodericus de Rithe is in december 1216 getuige in een oorkonde van graaf Willem I, wanneer deze een schenking van gravin Aleid, weduwe van graaf Dirk VII, aan de abdij van Mariënweerd in de Betuwe bevestigt. Uit die acte is niets op te maken over Theodericus (de latijnse versie van Dirk) en wie hij was. Andere getuigen zijn (in deze volgorde) Dirk, heer van Voorne, Dirk Drossaard van Holland, Arnout van Rijswijk, Floris van Wo(e)rd(en), Jan van Putten, Dirk Bokel met als laatste Dirk van Rithe. Merkt u wat ik deed? Ik vertaalde alle, behalve de laatste achternaam, in modern Nederlands. Alle Dirken worden in het latijnse origineel als Theodericus geschreven. Arnout is dus Arnoldus, Floris is Florentius en Jan is Johannes. Voorne wordt als Voren geschreven, Rijswijk als Ryswic, Wo(e)rd(en) als Wordh, Putten als Pvtthen en Bokel als Bukel.
Drossaard, die eigenlijk Dirk van Teilingen heette, is natuurlijk geen achternaam, maar een niet onbelangrijke hoffunctie. Hij was een soort hofmeester oftewel hoofd van de huishouding. Daar moet u niet te gering over denken, want dat was geen erebaantje. Het was een zeer verantwoordelijke , functie; één die voornamelijk door adellijke personen werd uitgeoefend, liefst door familieleden van de vorst. Deze Dirk Drossaard wordt beschouwd als de voorvader van de heren van Brederode, die daarom lang hebben volgehouden dat ze familie van de graven van Holland waren. Net als de Van Teilingens trouwens.
Dat Voren Voorne is, Pvtthen Putten en Bukel Bokel mag veilig aangenomen worden. Welk Rijswijk hier bedoeld wordt is al wat minder duidelijk: er waren twee heerlijkheden Rijswijk. Één lag bij Den Haag en het andere in het land van Altena. De noordoostelijke Grote Waard dus. Van die heren daar horen we pas in de 14e eeuw, dus die vallen af. Er waren in de jaren ’20 van de 13e eeuw drie broers Van Rijswijk, Willem, Gelekin en Simon, die veel in de omgeving van de nog piepjonge graaf Floris IV te vinden waren. Zij hoorden bij het Rijswijk bij Den Haag. Het ziet er niet naar uit dat Arnoldus familie van hen was: hij lijkt alleen twee dochters gehad te hebben. Maar er was ook nog een Arnold van Teilingen (ook Arent of Arend genoemd) die zich Van Rijswijk noemde. Hij was waarschijnlijk een broer van Dirk Drossaard. Dat zal dan ook de vermelde Arnoldus geweest zijn.
Ook Florentius de Wordh is moeilijk te plaatsen. Is Wordh echt Woerden? Volgens de lijstjes van de heren van Woerden kan dat niet, want daar komt geen Floris in voor. Wat is het dan? Nu blijkt er een nakomeling van Dirk I, heer van Voorne, te zijn die Floris van Voorne, heer van de Hoge en Lage Woert genoemd wordt. Dat betekent dat Floris de broer is van Dirk II van Voorne die in het document als eerste van de getuigen wordt genoemd. Dirk was een belangrijk man was, vandaar dat hij op die eerste plaats stond. Hij was namelijk burggraaf van Zeeland, een soort plaatsvervanger van de graaf daar. U ziet dat het invoegen van mensen met een bepaalde achternaam in een familie in de 13e eeuw soms nogal riskant is. Ze kunnen zomaar de naam van een bezitting aangenomen hebben en dan moet je geluk hebben als je ze alsnog kunt plaatsen. En dat geldt ook voor de Van Riedes.
Is ‘de Rithe’ echt hetzelfde als Van Riede? En geldt dat ook voor Brun de Riethen of de Riden? Is hij familie van Theodricus de Rithe, of is dat wishful thinking? De naam Brun (Bruno, Bruyn) komt niet veel voor in dit deel van de middeleeuwen. Dat wil zeggen: niet in Nederland. In Duitsland is hij veel gewoner in die tijd en ook al veel vroeger. Betekent dat dat hij een Duitser geweest kan zijn? Nou, dat zou een beetje al te radicaal zijn. Er is, ook hier, geen bewijs voor. Het is ook niet echt logisch dat hij dan als getuige bij typisch Hollandse handelingen wordt opgevoerd. Wat wel vreemd is dat die voornaam verder in de familie Van Riede nergens meer opduikt. Het was normaal bij de middeleeuwse adel (en niet alleen bij hen) dat er vernoemd werd naar opa’s en oma’s. Als Brun geen kinderen had kan zo’n naam natuurlijk verdwijnen, maar ook dat weten we niet. Het enige dat we weten is dat Brun in twee oorkonden voorkomen die over zaken in of vlakbij Dordrecht gaan. En dat Riede een aan Dordrecht grenzende bezitting was. Zoals gezegd: er is geen bewijs dat De Rithe, De Riethen en De Riden dezelfde achternaam zijn en dat ze op Riede slaan, al lijken ze op het eerste gezicht op elkaar.
Maar er zaten toch Van Riedes in de Riederwaard, hoor ik u vragen: dus die is toch naar die Van Riedes genoemd? En Ridderkerk was toch oorspronkelijk Riederkerk, ook vanwege die familie die de kerk daar had gesticht? Dat zou je inderdaad denken, vooral als je de populaire literatuur over die waard leest, zoals ik die in het vorige blog heb behandeld. Maar er zitten ook hier een paar addertjes onder het gras. Daar zal ik het in het volgende blog over hebben.
Wordt vervolgd