Dordrecht en zijn geschiedenis 3

statenzaal

Over de meer verborgen geschiedenis van de stad moet je de meeste Dordtenaren maar niet vragen. Ja, we zijn de oudste stad van Holland, of was het nou Nederland? Maar hoe oud? En hoe dat kwam? De wat meer geïnteresseerde Dordtenaar kan nog wel een paar jaartallen en namen opnoemen:

                1421      St. Elisabethsvloed

                1457      Grote stadsbrand (als die tenminste is blijven hangen…)

                1572      ‘Eerste vrije statenvergadering’

                1619      Nationale synode en de Statenbijbel

                1672      Jan en Kees de Witt ‘vermoord’

In de 18e eeuw gebeurde hier niks en alleen een enkeling weet dat op 5 oktober 1811 Napoleon hier nog door de havens is gevaren. Dat is het zo’n beetje. De stad heeft daarom al enkele jaren geleden een soort herdenkingskalender op internet gezet: de Dordtse historische kalender.

Daarin kan je zien hoe lang een sportclub of winkel al in Dordrecht is gevestigd en dus een jubileumfeestje verdient. Of hoelang geleden een belangrijke Dordtenaar is geboren of overleden zodat we hem of haar op tijd kunnen gedenken. Daarin staan ook wat stedelijke herdenkingsmomenten opgenoemd. Zo is het dit jaar 50 jaar geleden dat mijn stamboekhandel De Bengel werd geopend; ik kan het me nog goed herinneren. Ook staat ons Stadskantoor aan de Spuiboulevard er inmiddels 50 jaar; ook daar kwam ik al vanaf die tijd. Op 24 oktober aanstaande is het 75 jaar geleden dat er een geallieerd bombardement op het Merwesteinpark plaats vond (1944) en 100 jaar geleden reed hier de laatste paardentram. We hebben ook net de viering van 400 jaar Synode (1619) achter de rug en het is tegelijk 350 jaar geleden dat de eerste Statenbijbel bij drukkerij Keur van de pers kwam (1669).

Ook uit de middeleeuwen of de tijd er net na zijn er voor 2019 vierbare data bekend: 475 jaar geleden werd het bouwvallige stadhuis aan de Tolbrug naar het de Vlaamse Hal aan wat nu het Stadhuisplein heet verplaatst (1544), 500 jaar geleden werd de Van Slingelandtshof (1519) gesticht en het is ook  500 jaar geleden dat augustijner prior Hendrik van Zutphen door het stadsbestuur werd afgezet (1519) omdat hij Lutherse sympathieën zou hebben. En volgend jaar hebben we 800 jaar Dordrecht. Denken de Dordtenaren. Want zo staat het ook op de website, zoals ik in september nog schreef:

In 2020 vieren we met de hele stad dat Dordrecht achthonderd jaar geleden als eerste nederzetting in het toenmalige graafschap Holland stadsrechten kreeg. Hiermee is onze stad dan ook echt de oudste stad van (het huidige) Holland. Een gebeurtenis om niet te vergeten en om samen te vieren met activiteiten gericht op het verleden, het heden en de toekomst.

Lezers van mijn blog weten inmiddels wel beter, maar Dordrecht Marketing, al of niet gecontroleerd door b&w, weet van niks en denkt dat we toen, in 1220, stadsrechten hebben gekregen, daardoor een stad werden en daarmee tegelijk ook de oudste stad van (het huidige) Holland werden. Dat ‘huidige’ staat tussen haakjes omdat Geertruidenberg in 1213 zijn ‘stadsrechten’ kreeg,  gelukkig  nu in Noord-Brabant ligt. Toen was het echter Hollands en daar is in 2011 die hele rel  over ontstaan. Ik heb er toen niet minder dan negen blogs aan besteed en ben er later nog diverse keren op teruggekomen. Hoewel ze door duizenden mensen zijn gelezen, is de inhoud ervan nog steeds niet doorgedrongen tot de gemeentelijke diensten. Ik betwijfel zelfs of het Dordtse college van b&w of de lokale cultuurbobo’s mijn schrijfsels kennen. Als dat zo is hebben ze ze in ieder geval niet begrepen.

Ik denk dat dit typerend is voor de omgang met de eigen geschiedenis door Dordtenaren. En dat dat niet alleen geldt voor de gemiddelde burger, maar ook voor de bestuurlijke elite of de culturele bovenlaag. Er zitten diverse kanten aan die ik niet anders kan ontleden dan door me te bedenken wat hier de oorzaken van kunnen zijn.

  • Men kan niet begrijpend lezen
  • Men kan niet van eigen vooroordelen of traditionele kennis loskomen
  • Men weigert wetenschappelijk bewezen feiten te erkennen uit botte eigenwijsheid
  • Men heeft een hekel aan kritiek en weet niet hoe ermee om te gaan. Standaard is:
    • Negeren
    • Op de man terugspelen
    • Met drogredenen of onbewezen tegen-stellingen komen
    • Of, en dat vind ik eigenlijk de ergste: het allemaal niet boeiend vinden

Intussen heb ik wel dikwijls het gevoel of ik tegen de bierkaai of windmolens vecht. En als ik een sombere bui heb (dat komt gelukkig weinig voor) of ik omgeven wordt door heel onwetende mensen dan raak ik wel eens gefrustreerd.

Het hele gedoe rondom de zogenaamde ‘Eerste Vrije’ statenvergadering is een prima voorbeeld van hoe men tot in de hoogste ambtelijke en culturele gelederen zijn  poot stijf hield na gekozen te hebben voor een wel heel onhistorische interpretatie van deze vergadering. Die was louter bedoeld om Willem van Oranje financieel en moreel te helpen met het organiseren van het verzet tegen de opgedrongen Spaanse  overheersing. Ten onrechte werd daar het ontstaan van een klimaat van gewetensvrijheid en godsdienstige verdraagzaamheid aan opgehangen, terwijl duidelijk in de notulen staat dat beslissingen op dat gebied zouden moeten wachten tot de Staten Generaal bij elkaar zouden komen. Dat is er nooit van gekomen, dus dat Nederland zo’n tolerant land werd moet een andere oorzaak hebben. En op een ander tijdstip hebben plaatsgevonden. Als het dat is is tenminste…

Prof. Dr. Judith Pollmann

Toch is er een glimpje hoop aan de horizon verschenen. Ter gelegenheid van het onthullen van het controversiële standbeeld van Willem van Oranje jongstleden 9 oktober 2019 kwam er een boekje uit met de titel ‘Willem van Oranje en de Eerste Vrije Statenvergadering’. Hierin schreef prof. dr. Judith Pollmann, een zeer deskundige historica op het gebied van vroeg-moderne geschiedenis van Nederland een hoofdstuk getiteld: ‘De statenvergadering en de herinnering’, waarin ze het omgaan met deze historische gebeurtenis door de eeuwen beschrijft. Dat ging dus van kwaad tot erger; er werd van alles aan die vergadering opgehangen. Met name het volkomen belachelijke idee dat daarmee in 1572 Nederland begon ontwikkelde zich gedurende die eeuwen. Toen er ter gelegenheid van de 400-jarige herdenking van de statenvergadering in Dordrecht een congres plaats vond, hield een van de sprekers, de Leidse historicus Juliaan Woltjer, de luisteraars al voor dat dat onterecht was:

Een zekere simplificatie van het zeer complexe proces is moge­lijk, maar er is een – helaas vrij hoog – niveau waar beneden simplificatie vervalsing wordt. Wanneer de geschiedwetenschap om brede groepen aan te spreken, beneden dat niveau afdaalt, verliest zij m.i. inderdaad haar functie.

Hij was niet bang om het woord ‘vervalsing’ te gebruiken, net als ik deed in mijn blog van 22 november 2016.

Maar ook toen werd er niet naar de stem van de rede geluisterd. Sterker nog: het idee dat in Dordrecht in 1572 het tolerante Nederland ontstond werd in 2013 nog eens extra aangewakkerd in een herdenkingsrede over het gebeurde door Herman Pleij, “emeritus-hoogleraar in de letterkunde van de Middeleeuwen en zelfverklaard kenner van de Nederlandse identiteit”, zoals Pollmann hem noemt.  Ten onrechte dus, zoals Herman van Duinen (sinds 2013) en ik (sinds 2016) hebben aangetoond. Prof. Pollmann lijkt dat idee inmiddels ook omhelsd te hebben want ze schrijft:

Prof. Dr. Herman Pleij.

Aangemoedigd door Pleijs redenaarskunst en plannen voor een nieuwe museale opstelling in het Augustijnenklooster ging het stadsbestuur aanvankelijk ver mee in deze nieuwe retoriek.

Met name dat woordje retoriek is een behoorlijk ernstige kritiek tussen twee professoren onderling. Het wijst in dit verband op manipulatie van de geschiedenis; een ernstige beschuldiging. Zij vult dat aan door een mededeling die mij wat hoop geeft voor een omslag in het denken over Dordrechts eigen geschiedenis. Maar ik houd mijn adem niet in….

Ze schrijft:

Inmiddels is ook het stadsbestuur zich ervan bewust dat het daar­mee wel erg ver afdwaald van de historische gebeurtenissen: het Hof van Nederland wordt opnieuw ingericht.

Het zal mij benieuwen.

(met dank aan Herman van Duinen)

Opgedrongen herdenking

Ik word niet gauw boos, maar als ik een collega-wetenschapper onzin hoor beweren over een zaak waar ik wat van afweet, dan is het zover. Ik heb het over Herman Pleij. Pleij is een emeritus (gepensioneerd) hoogleraar historische Nederlandse letterkunde, met als specialisme de hele late middeleeuwen, eigenlijk meer de vroegmodern tijd. Hij is vooral geïnteresseerd in wat genoemd wordt “de cultuurhistorische achtergronden van de nationale identiteitsvorming” en heeft daar ook diverse boeken over geschreven. Waaronder Moet kunnen dat ik hier besproken heb.

Prof. Dr. Herman Pleij.

Hij houdt zich dus ook bezig met de moderne volkscultuur en probeert te duiden waar die vandaan komt. Dat doet hij (meestal)  leuk, want hij heeft de gave van het woord, waardoor hij pakkend kan vertellen en puntig en toch komisch kan duiden. Vandaar ook dat hij veel op tv te zien is als het weer eens over onze identiteit gaat en ook een graag gezien spreker is. Je kunt hem dan ook voor zoiets huren.

De organisatoren van het Feest van de Vrijheid, afgelopen woensdag 19 juli 2017 in en om het Hof hadden dat ook gedaan. Hij heeft zijn praatje daar gehouden, neem ik aan, en werd later geïnterviewd  door Thijs Blom van RTV Rijnmond. In een later op internet te vinden artikel werd hij geciteerd met deze zin: “De Eerste Vrije Statenvergadering in 1572 in Dordrecht is zo’n belangrijk moment geweest in de Nederlandse geschiedenis, dat het een Nationale Feestdag zou moeten worden”.

In de erbij geplaatste podcast had hij nog een paar opzienbarende uitspraken. Op de vraag of het feest belangrijk was antwoordde hij: “Jawel, maar niet alleen voor Dordrecht, maar ook voor Nederland, want hier is Nederland begonnen”. En even later: “…de steden besluiten het niet meer te pikken en keren zich af van de vorst.” Om nog weer verder te beweren: “de staten van Holland dat is een soort tweede kamer… die stellen de vrijheid van godsdienst vast en dat is uniek in de wereldgeschieddenis”.

De aanhef van de Declaration of Independence, 1776.

Pleij maakte ook de vergelijking met Independence Day, the Fourth of July, waarop de USA met barbecues en vuurwerk herdenkt dat ze onafhankelijk van Groot Brittannië werden en met Quatorze Juillet wanneer  de Fransen het begin van de Revolutie herdenken met veel militaire parades en vuurwerk. En waarom zouden we dat hier niet doen met 19 juli vanwege die o zo belangrijke eerste vrije statenvergadering? Elders noemde hij nog het feit dat ze in Philadelphia het gebouw waar de ondertekening van de Declaration of Independence had plaatsgevonden in de 20e eeuw hebben moeten reconstrueren, want er was door het veranderen en bijbouwen van het originele gebouw niet veel meer over,  terwijl wij hier gewoon het Augustijnenklooster nog hebben staan waar het allemaal gebeurde. Hij weet waarschijnlijk niet dat het helemaal niet zo zeker is dat die bewuste vergaderingen (19 tot en met 23 juli) daar hebben plaatsgevonden. Er is maar één bron voor die dat zegt en die dateert van 100 jaar later. Maar dat zal wel nooit echt bewezen kunnen worden.

godsdienstvrijheid
Het godsdienstvrijheid artikel in de notulen van de statenvergadering.

Dat is echter helemaal het punt niet. De vergaderingen begonnen op 19 juli in Dordrecht, gingen op 25 juli in Rotterdam verder en waren op 28 juli afgelopen en op die dag werden in Delft, waar men inmiddels vergaderde in het stadhuis, de notulen afgesloten. Iedereen kan dat zien: ze staan gewoon op internet. De notulen van de vergaderingen in Dordrecht van 19-23 juli: hier . En die te Delft van 28 juli: hier. Het wordt een beetje vervelend, want dit is de zoveelste keer dat ik dit schrijf: wat Pleij beweert is niet waar. Volgens de notulen werd er niets beslist over de vrijheid van godsdienst (= religie). Er staat onomwonden:

Voorts heeft Marnix verklaard dat het de intentie (bedoeling) is van de prins dat er vrijheid van godsdienst zal heersen tussen gereformeerden en roomsen en dat iedereen die in het openbaar kerken of kapellen zal gebruiken (en dat zal door de overheid geordonneerd worden) dat ongehinderd zal kunnen doen zonder dat iemand zich daarmee bemoeit.  Geestelijken zullen in hun werk ontzien worden en als iemand hen vijandig behandelt of mishandelt gaat dat in tegen het advies van de Staten Generaal van deze landen dat zal worden verordonneerd. De gedeputeerden hebben zich aan deze intentie van de prins geconformeerd.

Is het zo moeilijk te begrijpen? Er is niets besloten, de Staten Generaal moet nog over die bedoeling van de prins beslissen en daar is het zelfs op de Unie van Utrecht in 1579 niet van gekomen. Lees het blog: ik heb er alle bewijzen in gezet.  Dat is toch niet zo moeilijk? De gedeputeerden willen best aan de wens van de prins tegemoet komen, maar ze hebben voorlopig andere, dringender zaken aan hun hoofd. Eerst Alva en zijn troepen eruit en dan zien we weer verder.

alva
De hertog van Alva, geschilderd door Titiaan, ca 1575.

Alle in Dordrecht, Rotterdam en Delft genomen besluiten zijn ondertekend door gehoorzame onderdanen van de Spaanse koning. Ze waren niet in opstand tegen hun vorst, maar hun punt was dat het negeren van hun privileges door de Spaanse houwdegen Alva niet meer gepikt werd. Ze hadden niet de bedoeling een eigen onafhankelijke staat te beginnen, zelfs in 1581 bij het Placcaet van Verlatinghe was dat niet aan de orde. Toen het echt niet anders kon hebben ze in 1588 Filips II afgezet wegens grove schending van hun rechten en de republiek uitgeroepen. En dat was met meer dan alleen de Staten van Holland.

Als Professor Pleij die Staten dan ook nog met een Tweede Kamer vergelijkt, misschien om het begrijpelijk te maken voor de luisteraar, dan is hij verkeerd bezig.  Dat die Staten een democratisch gekozen groep mensen was die de regering (vorst plus parlement) moet controleren is zo anachronistisch dat het belachelijk is. Vanuit de mond van iemand die zich historicus noemt is het bovendien genant.

Overigens kloppen de vergelijkingen van onze in Dordrecht begonnen onafhankelijkheid met de Amerikaanse en Franse herdenkingen ook van geen kanten. De eerste is een onafhankelijkheidsverklaring naar de Britse Kroon toe met een behoorlijk filosofische inhoud: “de onafhankelijkheid werd in de verklaring gerechtvaardigd door een aantal “waarheden” die de ondertekenaars “vanzelfsprekend” achtten: dat alle mensen gelijk geschapen zijn, dat ze door hun schepper zijn uitgerust met bepaalde rechten en dat onder die rechten valt: het recht op leven, op vrijheid en op het nastreven van geluk.” Allemaal dingen die in dat land nou niet echt voor iedereen golden en gelden.

Bestorming van de Bastille, 14 juli 1789.

De Fransen vieren op 14 juli de bestorming  door revolutionair gepeupel van de Bastille, een uit de middeleeuwen daterende gevangenis, in 1789 om aan kruit voor hun gestolen wapens te komen. De officiële instelling van deze viering dateert trouwens pas uit 1880 want “de vaderlandsliefde kon na het debacle van de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) immers wel een oppepper gebruiken” zoals het op Wikipedia cynisch te lezen staat. Er waren bij elke wisseling van het soort regering in Frankrijk in de 19e eeuw al heel wat nationale feestdagen aan vooraf gegaan. Daaraan kun je al zien dat het niet bepaald een definitieve onafhankelijkheid betrof. Die is na 1789 nog diverse keren teloor gegaan en weer uitgeroepen; Frankrijk heeft notabene inmiddels al de Vijfde Republiek. Die bestorming was trouwens een volkomen toevallige keuze en is destijds alleen in 1790 maar een keer herdacht; het had net zo goed een ander wapenfeit uit die dagen kunnen zijn.

De Amerikanen hebben nog tot 1783 gevochten om van de Britten los te komen en kregen in 1782 van de Republiek, als tweede natie, de erkenning dat ze een echte staat waren. Ze zijn ons daar nog steeds kinderlijk dankbaar voor. Voor de oorspronkelijke inwoners van Noord-Amerika en de alom aanwezige zwarte slaven begon de ellende nu pas echt. Die bleken toch niet zo gelijk geschapen te zijn. En dat hebben ze geweten. In Frankrijk nam na de Jacobijnse terreur van de Revolutie eerst het Directoire de macht over en daarna Napoleon Bonaparte die het zelfs tot keizer schopte. Nadat hij in heel Europa een onvoorstelbare hoop ellende aangericht had, werd Frankrijk nog een aantal keren afwisselend weer republiek en keizerrijk. De Derde Republiek heeft dus in 1880 geprobeerd het volk mee te krijgen in een nationale feestdag op 14 juli. Daar zijn de Vierde en de Vijfde gewoon mee doorgegaan, maar eigenlijk is dat gedoe niets anders dan een poging tot het opwekken van een eng nationalistisch en chauvinistisch gevoel. Gelukkig is het voor de meeste inwoners van die landen gewoon een vrije dag, is het meestal mooi weer en kan je dus lekker buiten eten bij de barbecue. Met vuurwerk na. Je zou bijna denken dat zo’n datum daar speciaal voor is gekozen, zoals Pleij ook al opmerkte.

4th of July cookout

Als je iets vergelijkbaars, dus het afstoten van de oude orde en wat nieuws beginnen, zoekt kun je dat vinden in de Vrede van Munster uit 1648, het officiële einde van de 80-jarige oorlog. Één van de gevolgen daarvan was echter wel dat het calvinistische protestantisme daarbij officieel staatsgodsdient werd en de bezittingen van de katholieke kerk definitief aan de Republiek vervielen. Bovendien mochten de katholieken niet in het openbaar hun godsdienst belijden en waren ze tot 1795 aangewezen op schuilkerken. En werden ze buitengesloten van overheidsbetrekkingen. Dus sinds 1572 was er niets veranderd: hoe bedoelt u vrijheid van meningsuiting, religie en geweten? Bovendien hebben wij daarna ook nog diverse keren onze vrijheid verloren en weer moeten herwinnen. Die van de laatste keer, in 1945, wordt nog wel gevierd en herdacht, al gaat dat de laatste jaren steeds moeizamer. Maar als je ziet hoe die van 1813 een paar jaar geleden kunstmatig moest worden opgepompt, laat staan dat de Bataafse Revolutie van 1794-1795 nog wordt herinnerd, dan kun je niet echt zeggen dat het ‘hervinden van de vrijheid’  hier erg  leeft.

De hele roep om onze zogenaamde vrijheid van meningsuiting te vieren met een nationale herdenking, zoals onlangs in een artikel in het Reformatorisch Dagblad van 17 juli jl, werd bepleit, riekt naar manipulatie van de naar een eigen identiteit op zoek zijnde burger. Zoals dat in de 19e eeuw gebeurde om het volk feestend achter God, Nederland en Oranje te krijgen. Na die rommelige en eigenwijze Republiek van door allerlei oligarchen bestuurde provincies en steden, met hun altijd naar vorstenstatus strevende stadhouders, werd de nationale geschiedenis herschreven om gehoorzame onderdanen van het nieuwe koninkrijk der Nederlanden te kweken. Inclusief de katholieken, die nu niet zulke goede herinneringen hadden aan de voor dat doel speciaal aangewezen Opstand tegen Spanje als begin van onze vrijheid. Dat was ongeveer net zo pijnlijk als een RK pastoor deze week in Dordrecht met een hagepreek mee laten doen.

Pastoor Tjeerd Visser tijdens zijn hagepreek. Foto Wim van de Pol.

Om het samen te vatten, speciaal voor meneer Pleij:

  • De Nederlandse staat begon niet op 19 juli 1572 in Dordrecht.
  • De statenvergadering was ook geen opmaat voor het uitroepen van zelfstandigheid.
  • Er werd toen geen besluit over de vrijheid van godsdienst genomen.
  • De Staten van Holland keerden zich ook (nog) niet af van de koning van Spanje.
  • En diezelfde Staten waren geen ‘soort tweede kamer’.

Als u het nog eens rustig wilt nalezen kan ik u verwijzen naar mijn blog vanaf oktober 2016.

Ik merk verder dat ik helemaal geen behoefte heb aan een op fout begrepen en misschien wel vervalste historische gegevens gebaseerde nationale feestdag, waarbij Dordrecht als braafste jongetje van de klas fungeert. Als ik behoefte heb aan een eigen identiteit probeer ik wel te kijken naar en leren van wat ik zelf gepresteerd heb. Daar hoeft mijn gemeente, mijn land en zeker de kerk niet voor te zorgen. Ik zou willen dat mijn stadsgenoten hun spreekwoordelijke nuchterheid terugkrijgen en zich niet mee laten slepen door cultuurbobo’s, dominees en pastoors, maar gewoon de feiten tot zich nemen en daar zelf hun conclusies uit trekken. Ik vrees alleen dat er vanaf nu een van bovenaf opgedrongen, naar nationalistisch sentiment riekend  feest zal worden gepromoot. Afijn… als het dan maar met een leuke picknick, een barbecue en vuurwerk opgeluisterd wordt. Naar de toespraken hoeft u niet, dat doet de Dordtse fine fleur wel.

Feest van de vrijheid

Soms denk ik wel eens: waar doe ik het voor? In de periode oktober tot en met december 2016 heb ik proberen aan te tonen dat die eerste vrije statenvergadering niet de eerste en ook niet een vrije statenvergadering was. Hij was ook niet bedoeld om de Nederlandse vrijheid te doen uitbreken en het was zeker niet de bedoeling dat er na afloop een nieuwe staat zou ontstaan. Er moesten maatregelen genomen worden om de Spanjaarden, als ze terugkwamen om de rebellie van de Hollandse en andere steden te bestraffen, van repliek te dienen. Daarvoor moest aan de prins van Oranje, die klaar stond om een inval in de zuidelijke Nederlanden te doen, veel geld overgemaakt worden. Daarvoor ook moesten in Holland zelf de nodige defensieve maatregelen genomen worden. En, oh ja, er moest nog wat met de katholieken, maar dat had geen haast.

Er kwam allemaal niks van terecht. Het geld was weggegooid want de prins werd teruggeslagen en zijn troepen plunderden, zonder dat hij ze tegenhield, van de weeromstuit de nodige steden en dorpen omdat ze niet genoeg geld kregen. Alva kwam terug en moordde vier steden uit voor zijn leger bij Alkmaar op zijn donder kreeg. De voor de Hollandse verdediging aangestelde generaal was een wrede machtswellusteling die zich niet ontzag katholieken te martelen en af te maken. En de andere katholieken? Tja. Abten en gardiaans werden opgesloten, monniken werden weggejaagd of vermoord en nonnen verkracht door de geuzen, kerken werden leeggeruimd en geplunderd en in beslag genomen door calvinistische dominees die de katholieken binnen een paar jaar uitsloten van deelname aan het maatschappelijk leven en van hen tweederangs burgers maakten.

Hoe bedoel u: In 1572 begon de vrijheid in het Hof van Dordrecht?

Als je met ‘hindsight’ terugkijkt op die gebeurtenissen kun je zeggen dat de inname van Brielle op 1 april 1572 het nodige in beweging heeft gezet: een opstand tegen het bevoegd gezag. Op den duur leidde die opstand  tot een oorlog die na een hoop ellende na 80 jaar gewonnen werd. Het was ook de oorzaak van het afzweren van de wettige vorst, Filips II van Spanje, in 1581 en het uitroepen van een Republiek in 1588, maar dat de basis daarvan in Dordrecht werd gelegd: nee. Het was als het gefladder van een mot om een kaars dat op den duur, naast allerlei ander gefladder, deel uitmaakte van een stuk geschiedenis. Er is daar niks begonnen, behalve een mislukking. Zeker voor de vrijheid van meningsuiting en religie van het grootste deel van de bevolking, dat nog gewoon katholiek was, werd het een totale afgang. Pas in de loop van de 17e eeuw zouden de zwarte dominees de nodige burgers dwingen het Ware Geloof aan te nemen, met veel dreigementen over hel en verdoemenis, en zijn we een min of meer protestant land geworden. Het is dat het in de Gouden Eeuw verdiende geld een hoop goed maakte (maar niet voor iedereen!), maar dat de Nederlanden een open en vrije samenleving werden waar de rechten van iedereen vastlagen, nee. Pas in 1839 ontstond er hier een tamelijk  geordend land dat in 1848 een grondwet kreeg. Wel moesten gewone mensen en vrouwen nog een hele tijd wachten voor ze democratisch mochten stemmen en dan nog… Hoe groot is de opkomst bij moderne verkiezingen? Hoe vrij zijn we met onze werkdwang, verzekeringen en hypotheken?

feest vrijheid
De Stem van Dordt, 5.7.2017

Ik heb destijds ook mijn afkeer en schaamte geuit over de toestand in 2015 toen de koning en koningin een onzin tekst ondertekenden. Dat werd me niet in dank afgenomen. Diverse cultuurbobo’s hier in de stad voelden ziich nogal op hun lange tenen getrapt. Van enkelen van hen kreeg ik onomwonden te horen dat ze niks aan de huidige opstelling van het museum in het Hof zouden doen; te duur, te moeilijk en ik had toch ongelijk. En dan gaat er nu dus een jaarlijks terugkerende herdenking van start. Het ‘feest van de vrijheid’ wordt het in de krant genoemd en het gaat op woensdag 19 juli gebeuren. In en om het Hof. Het programma liegt er niet om: de burgemeester in sede vacante opent het feest dat om 5 uur begint met een picknick en een barbecue in de Kloostertuin (zie foto bovenaan; de Statenzaal ziet u rechts naast de boom). En dan komt het: “bezoekers krijgen de vrijheid (!) om met kleden bezit te nemen van de tuin, te luisteren naar muziek, liederen en voordrachtskunst”. Is het dat waar 80 jaar (nou ja…) voor is gevochten? Dat je op een kleed al etend en  drinkend naar muziek kan luisteren? Wie verzint zoiets?

Maar dat is nog niet alles: ook Herman Pleij zal “het woord richten tot het publiek” . Onze nationale historische hofnar zal “plei(j)tbezorgen” voor het belang van Het Hof van … (ik kan het niet uit mijn toetsenbord krijgen!).  Bovendien zal vanuit het Platform Dordtse Kerken in het kader van “de geloofswaarden en onze vrijheid van nu” op het plein een hagepreek gehouden worden. Een wat? Een hagepreek! U weet wel: een preek in de open lucht uit de tijd van de vervolging van protestanten (met name in 1566 en een paar jaar erna), zoals er in of bij Dordrecht nooit één heeft plaatsgevonden. Daar is in 2015, toen die plannen er ook al waren, nogal wat protest tegen gekomen. Maar het ging toch door. En nu dus ook. De grote verrassing is echter dat degene die de preek houdt de rooms-katholiek pastoor Tjeerd Visser is. In het eerste krantenstukje van 5 juli jl en op de website stond die naam nog niet. Gisteren 12 juli dus wel  en mijn broek zakte af. 

Een katholiek gaat voor tijdens een hagepreek waarbij, historisch gesproken, door de calvinistische dominees de ‘roomse santenkraam’ als afgodendienst werd neergezet en in alle openheid de paus tot afgezant van de duivel werd benoemd. Ik weet dat het aanleren van historisch besef met de manier waarop in Nederland geschiedenis wordt onderwezen het zwaar heeft, maar dit geloof je toch niet. Moet kunnen, zal Pleij ongetwijfeld zeggen. Ik vraag me echt af of men een gaatje in zijn hoofd heeft, hier in Dordrecht.

Voorzitter van genoemde Platform, mijn goede kennis Hans Berrevoets, becommentariseerde in het laatste krantenartikel nog even de hagepreek. “Toen op de eerste Vrije Statenvergadering van 19 juli 1572 werd door twaalf Hollandse steden in Dordrecht gekozen voor een strijd voor de vrijheid van geloof en vrijheid van geweten”. Dat is niet waar, maar Hans heeft waarschijnlijk mijn blogs niet (goed) gelezen. Hij vervolgt: “Stadhouder Willem van Oranje kreeg de leiding (dat kreeg hij niet, die had hij al; hij werd er alleen in bevestigd). De hagenpreek anno 2017 is daarom kerkelijk breed van opzet zijn (! Ik citeer letterlijk…). In juli 1572 werd de katholieken het zwijgen opgelegd (dat was inderdaad het waarschijnlijk niet bedoelde effect…). Daarom zal het thema van de hagenpreek ook vrijheid van godsdienst zijn.”  Met andere woorden: de roomsen krijgen de kans om wat terug te zeggen?

Hagenpreken waren stiekem in de open lucht gehouden kerkdiensten van vervolgde protestanten. Katholieken hebben zich, bij mijn weten, in de tijd dat hun geloof verboden was er nooit aan gewaagd. Zij trokken zich terug in schuren en op zolders om daar in het verborgene missen op te dragen. Dat heeft nog heel lang geduurd. Pas halverwege de 19e eeuw kregen ze echte godsdienstvrijheid, dus nadat we hier in 1848 een grondwet hadden gekregen. Daarna is er in Nederland een soort vrijheid van geweten en religie gekomen, waar we nu nog van profiteren. Eh… sommigen van ons dan, want de heren populisten weten nog wel een paar religieuze uitingen die eigenlijk verboden zouden moeten worden.

Begrijp me goed: ik ga echt niet zitten roepen dat dat Feest van de Vrijheid verboden zou moeten worden. Men doet maar. Maar ik zou willen dat de historische context geen geweld wordt aangedaan, want van de motivatie deugt geen steek. En hoe bobo’s  als Pleij en Visser zullen gaan draaien om het toch een glimp van relevantie te geven wil ik ook niet horen. U zult me die woensdag dan ook niet in de buurt van het Hof zien. Maar als u dan toch wel  gaat houdt dan in de gaten dat de vrijheid van godsdienstbeoefening en die van het democratische Nederland niet in 1572 in Dordrecht zijn begonnen